Zweven of een ‘nomos’ dragen?

Op het moment dat ik dit schrijf blijkt veertig procent van de kiezers nog te zweven. Althans volgens de peilingen. Die zijn niet erg betrouwbaar. Na 12 september zullen we wel weten in hoeverre de peilingen van de partijen klopten, en hoeveel mensen niet gestemd hebben, maar niet hoeveel mensen tot het laatste moment zijn blijven zweven.

Het woord ‘zweven’ heeft lang niet altijd negatieve associaties. Het is heerlijk vogels te zien zweven. Ik heb nooit in een zweefvliegtuig gezeten, maar het lijkt me mooi rond te zweven, de wind om je kwetsbare vliegtuig te horen en te kijken naar de aarde beneden. Zweven roept hier de ervaring en gedachte van vrijheid op. Je bent los van de aarde, los van je zelf misschien en je zweeft dankzij een energie buiten je, in dit geval de thermiek, over alles heen.
Maar zweven heeft ook een negatieve associatie. Als mensen verweten worden dat zij zweven, betekent het dat zij buiten de werkelijkheid staan. Ze hebben geen wortels en weigeren de obstakels te zien die er wel degelijk zijn. Zweven is dan je onttrekken aan je verantwoordelijkheid.

Bij het bericht dat veertig procent van de kiezers nog zweeft, kun je denken aan beide associaties. Er bestaat een grote vrijheid ten opzichte van de politieke partijen en, meer nog, ten opzichte van maatschappelijke instituties. Het zweven bevestigt ons individualisme. Het zweven maakt onze samenleving mobiel, maar die mobiliteit kan alle kanten uit.

Al aan het begin van de twintigste eeuw heeft de Franse socioloog E. Durkheim geschreven dat onze samenleving wordt gekarakteriseerd door ‘anomie’. Dit woord betekent letterlijk: ‘zonder nomos’, wetteloosheid. Maar Durkheim was een jood. Hij dacht bij ‘anomie’ eerder aan het ontbreken van de invloed van de Thora. Mensen in onze samenleving hebben volgens hem geen leidraad meer in hun leven. Zij zien er ook geen in onze samenleving. Dan is het moeilijk verantwoordelijkheid te nemen. Ze zweven. Met veertig procent zwevende kiezers leven wij op de rand van de chaos.

We schijnen dit aan te kunnen. We overleven. We koesteren onze vrijheid. De chaos brengt ons de ene crisis na de ander. Maar elke crisis dwingt ons te beslissen. Ook niet beslissen is een beslissing. Het zweven stopt op 12 september. Je moet een beslissing nemen, verantwoordelijkheid dragen, en welke beslissing je ook neemt, je markeert de weg naar de toekomst.

Wat is de kritische grens waar het zweven overgaat in een niet meer in de hand te houden chaos? Is er een dergelijk kritische grens? Ik weet het niet. Volgens mij blijven modellen nodig die minstens suggereren dat zij weten waar wij als samenleving heen moeten. Hun inspiratiebronnen kunnen verschillend zijn, zij bieden een leidraad. We kunnen om ons heen kijken waar zulke modellen te vinden zijn. Het zou kunnen dat wij moeten ophouden met zoeken om zelf de dragers van een ‘nomos’, een leidraad zijn.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *