Alle beelden verwerpen, toch geloven

Gravure van Gustave Doré op basis van beschrijvingen uit Dantes 'Goddelijke Komedie'.

Gravure van de hemel van Gustave Doré (1832-1883), op basis van beschrijvingen uit Dantes ‘Goddelijke Komedie’.

Je zou verwachten dat het vertrouwen dat de doden met Christus zullen verrijzen invloed heeft uitgeoefend op de waardering van het lichaam. Misschien is dit ook wel zo, maar het is niet gemakkelijk dit vast te stellen.

Het lichaam was in de christelijke traditie meestal een soort aanhangsel van de ziel. De ziel ging eerst naar de hemel en later volgde dan het lichaam De mens zou volgens de christelijke traditie in de hemel vooral actief zijn in het schouwen van God. Daarbij had het lichaam maar een bescheiden rol. Het ging vooral om het heil van de ziel, dat bestond in het genieten van het schouwen van God, en dit geestelijk genieten breidde zich vervolgens uit tot het verrezen lichaam.

Dit beeld vinden we niet terug in het Nieuwe Testament. Jezus kondigt de komst van het ‘rijk Gods’ aan, een tijd dat God daadwerkelijk regeert in de wereld en in ons.

Blote billen, natte wolk

Het beeld van het schouwen van God heeft aan populariteit ingeboet. Het schouwen van God lijkt een heel saaie bezigheid, vergeleken met het levendige contact met andere mensen. Zoals een medebroeder ooit zei: ‘Met mijn blote billen op een natte wolk zitten met een harp in mijn hand lijkt me niet een erg begerenswaardig bestaan’.

Dante maakt in zijn goddelijke komedie de aanschouwing van God niet aantrekkelijker, door God te beschrijven als een Punt dat zo’n fel licht uitstraalt dat het oog zich wel moet sluiten. Je ziet en ziet niet. En is dit zien niet erg afstandelijk?
Belangrijker schijnt nu het beeld te zijn van een ontmoeting met mensen die je liefhad.

Elkaar terugzien

De idee dat de hemel een soort ontmoetingsplaats is met leden van je familie, vrienden en kennissen, kwam pas op in de zestiende eeuw en allereerst in de kerken van de Reformatie. Dit nieuwe idee kwam in eerste instantie niet voort vanuit het geloof in de verrijzenis, maar vanuit het feit dat gezinnen in deze tijd belangrijker werden.

Gezinnen hadden niet meer de concurrentie te vrezen van de gilden of van vrome groepen, of van kloosters. Ze werden gezien als een kerk in zichzelf. De gewoonte dat mannen en vrouwen gescheiden in de kerk zaten werd minder populair; de mensen zaten nu in de kerk bijeen als gezin, vader, moeder, kinderen, eventueel dienstpersoneel.

'Hert hemelse hof', met alle heiligen (onder wie Dominicus in witte habijt en zwarte mantel) bij de hemelse koning. Fra Angelico (1395-1455)

‘Hert hemelse hof’, met heiligen (onder wie Dominicus in wit habijt en zwarte mantel) bij de hemelse koning. Fra Angelico (1395-1455)

De clerus bleef aanvankelijk alle nadruk leggen op de schouwing van God, maar de leken waren overtuigd dat de lichamelijke contacten van het leven op aarde en van het mens-zijn in, vooral, de kerk, voortgezet zouden worden in de hemel. De theologen mochten vinden dat zulke contacten in de hemel de mens maar zouden afleiden van de eeuwige schouwing van God, ze konden niet op tegen deze verandering in aanvoelen.

Wij zijn ons brein én lichaam

Het is goed te begrijpen dat mensen nu niet alleen zeggen ‘ik ben mijn brein’, maar ook ‘ik ben mijn lichaam’. Als mijn lichaam sterft, sterf ik ook. Na de dood is er niets. Sommige theologen doen hun best om de verrijzenisverhalen te doen zeggen dat de verrijzenis betekent dat het om dit leven gaat en dat je daarop moet focussen.

Geen verrijzenis van het lichaam dus? Dit roept ook vragen op. Het verrijzenisgeloof is ontstaan uit de ervaring van het joodse volk in de tweede en eerste eeuw vóór Christus dat juist de mensen die probeerden trouw te blijven aan Wet, profeten en God de eersten waren die werden omgebracht. Hoe is dit onrecht te verenigen met het geloof dat God mensen recht doet? Hebben de machtigen, de sterken, de geweldplegers het laatste woord? Heeft de wereld zin, of is zij het tegenovergestelde van zin?

We moeten misschien alle beelden verwerpen van wat het is verrezen te zijn en toch blijven geloven in de verrijzenis van de doden.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *