Ben ik mijn lichaam?

hersen-helften

Verbeelding van het interieur van onze hersenhelften…

Als ik geloof in de verrijzenis uit de dood, dan ken ik waarde toe aan mijn lichaam.

Het is een oude discussie: heb ik mijn lichaam of ben ik mijn lichaam? Meestal zeggen we dat we een lichaam hebben. Dat is aan het veranderen. Of liever: de discussie is in een nieuwe fase gekomen. Mensen durven nu te zeggen en te schrijven: ik ben mijn brein. Ik ben wat er in mijn hersens gebeurt. Mijn hersens maken besluiten en doen dat voordat ik weet dat ik een besluit genomen heb. De ik ben mijn brein-mensen hebben allerlei wetenschappelijke proeven en uitslagen.

Critici wijzen erop dat je wel allerlei elektrische golven door de hersens ‘ziet’ gaan en dat je ook kunt vaststellen dat bepaalde gedeelten van de hersens te maken hebben met bepaalde uitingen, maar dat dit nog niet betekent dat een mens een optelsom is van elektrische of andersoortige golven.

Golven en neuronen raken niet verliefd, worden nooit enthousiast of depressief, nemen geen ethische besluiten, hopen niet, geloven evenmin en liefhebben is er ook niet bij. Ons brein, ons lichaam is erbij betrokken, maar lijkt er niet mee samen te vallen.

Mensen zijn meer dan hun lichaam. Ze kunnen ernaar kijken alsof het vreemd materiaal is. Ze kunnen het gebruiken als een instrument, om iets te betekenen dat boven het lichaam uitgaat. Je lichaam is een grens die je kunt proberen te doorbreken. Bijvoorbeeld als je accepteert dat vrede en gerechtigheid soms belangrijker zijn dan het voortbestaan van je lichaam.

De ik ben mijn brein-mensen kijken naar de mens in zijn individualiteit. Maar elk van ons leeft in een wereld van verbanden, van loyaliteiten, verplichtingen, rechten. We zijn afhankelijk van anderen en kunnen zonder hen niet overleven. Velen geloven dat wij mensen een band hebben met God, ook als wij ons daar niet bewust van zijn. Beter gezegd is het dat God een band met elk van ons heeft.

Het hebben van het lichaam wordt op verschillende manieren beleefd. Voor sommigen is het lichaam een bagagestuk dat je overal naar toe moet slepen. Je kunt het meten en wegen. Uit die bagage haal je wat je op dat moment nodig hebt: emoties, gedachten, creativiteit. Als er scheuren in het materiaal komen, zoek je iemand van de heelkunde om scheuren, gaten en frame te repareren. Naarmate je ouder wordt, besef je dat dit bagagestuk, met de label met je naam erop, niet ingeruild en vervangen kan worden. Op een gegeven moment raak je het kwijt: je label, je naam, je lichaam.
Voor anderen is het lichaam eerder een luchtballon, dat je over allerlei grenzen heen tilt. Het is kwetsbaar. Een klein gaatje is voldoende om een einde te maken aan je levensreis.

Bij het hebben van je lichaam hoort de hoop dat je meer bent dan je lichaam. Het suggereert een zeker dualisme. Het ‘ik ben mijn lichaam’ klinkt erg monolithisch, afgesneden van anderen.

Misschien moeten we van onszelf zeggen dat ons lichaam een kruispunt of knooppunt van relaties is.

Delen:

3 Comments

Opgeslagen onder Geloven vandaag

3 Responses to Ben ik mijn lichaam?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *