Weg met de angst voor de vrijheid!

vrijheidIn de weken tussen Pasen en Pinksteren wordt er elke dag in de liturgie gelezen uit de Handelingen van de Apostelen. We horen dat de leerlingen steeds weer op reis zijn.

In het begin zijn de eerste christenen op de vlucht. Later worden er reizen gepland. Zowel de vluchtelingen als de zendelingen werven nieuwe leden aan. Dat was niet zo moeilijk: het Jodendom kende verschillende stromingen. Bovendien was er een aanzienlijk aantal ‘proselieten’ of ‘godvrezenden’. Dit waren meest Grieks sprekende, goed opgeleide mensen die aangetrokken werden door de joodse traditie: geen veelgodendom, één God, geen mythen, geen bloedige offers bij de synagogale bijeenkomsten, een hoogstaande ethiek, nadruk op het leren, discussies op grond van argumenten, kortom aantrekkelijk voor vele goed opgeleide mensen.

Het enige wat hen weerhield daadwerkelijk jood te worden was de besnijdenis, die niet alleen voor mannen een pijnlijke en vaak risicovol gebeuren was, maar ook de verplichting oplegde alle geboden te vervullen. De reinheidswetten, het vrij houden van de zaterdag, het niet mogen eten van varkensvlees, allerlei dingen die het moeilijk maakten contact te blijven houden met familieleden en vrienden.

Na een lange en pijnlijke discussie verkondigden de christenen dat het vertrouwen in de weg van Jezus doorslaggevend was, en dat je zo in contact kwam met de eeuwenoude joodse wijsheid, zonder je te hoeven laten besnijden en al die regels te onderhouden. Die regels hadden dikwijls te maken met de tempel en de offers. Maar in de geest van Jezus droegen de christenen na enige tijd geen offers meer op en verloor de tempel zijn betekenis. De gemeenschap rond Jezus was de nieuwe tempel. Die gemeenschap kende geen muren. Wie je ook was, je was welkom.

Dit laatste kun je niet meer zeggen als je denkt aan de kerk. Er zijn allerlei muren opgericht tussen christenen. Je mag niet zo maar mee-eten, je mag alleen onder strenge voorwaarden deelnemen aan de eucharistie, je moet elke zondag naar de kerk. Er waren tijden dat het bijwonen van een dienst van een andere kerk verboden was en als afvalligheid beschouwd werd.

Vooral rond de eucharistie zijn er muren en muurtjes gebouwd. Je moet vasthouden aan min of meer dezelfde theologie, je moet gedoopt zijn, niet schuldig zijn aan groot kwaad. Van boven af werd en wordt er controle uitgeoefend op het gedrag van de gelovigen, onder anderen door de biecht. De leiding beschouwt het overtreden van haar regels als een breuk met God. De kerken worden beheerst door ‘farizeeërs’, mensen die met de beste bedoelingen de ene regel na de andere opleggen om  het ’geloof’ veilig te stellen.

Op vele plaatsen vraagt de lokale gemeenschap niet wie er officieel katholiek is of niet en evenmin of je gedoopt bent of/en je een trouwe kerkganger bent. Iedereen is welkom. Volgens mij is dit de goede invulling van het Pinkstergebeuren. De muren die ons beschermen en tegelijk gevangen zetten vallen om. Dit geldt onder meer van de muren die zijn opgericht tussen vrouwen en mannen, oud en jong, autochtoon en allochtoon.

Intussen worden steeds weer pogingen ondernomen om uit de brokstukken nieuwe muren te bouwen. Dit wordt ingegeven door de angst voor de vrijheid. Want vrij zijn betekent tegelijk verantwoordelijkheid dragen.

Op Pinksteren kan de Geest van Jezus deze angst wegblazen.

Delen:

4 Comments

Opgeslagen onder Kerk

4 Responses to Weg met de angst voor de vrijheid!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *