De liefde wil geen offer

De film 'The Passion of the Christ' van Mel Gibson legt alle nadruk op de bloedigheid van het offer van Jezus.

De film ‘The Passion of the Christ’ van Mel Gibson legt alle nadruk op de bloedigheid van het offer van Jezus.

Als God liefde is, kunnen we niet meer uit de voeten met de ideeën over verlossing die de laatste vijf, zes eeuwen dominant waren. Ik herinner me nog dat ik daarmee kennis maakte toen ik in de tweede klas van de ‘lagere school’ zat. Een kleine, zeer zenuwachtige kapelaan vertelde ons dat we allemaal in het krijt stonden bij God. We waren immers kinderen van Adam. Bovendien maakten we onszelf schuldig door persoonlijk te zondigen.

Het kon niet anders, volgens de nerveuze kapelaan, dan dat we onze schuld bij God moesten inlossen. Hij volgde daarbij voor een goed deel Anselmus (1033-1109), bisschop van Canterbury. We moeten genoegdoening geven, want anders moeten we de straf van God ondergaan. We hadden de eer van God aangetast en die eer moest hersteld worden.

Voor ons heeft het woord ‘eer’ een lege inhoud; we weten niet goed wat dat is en kijken met verwondering naar verschijnselen als eerwraak. In de Middeleeuwen gaf ‘eer’ de positie weer van iemand in de samenleving, zijn of haar plaats daarin. Een aantasten van de eer was afbreuk doen aan de plaats die hij of zij had.

Wanneer men die plaats geschaad had, moest men genoegdoening geven: men herstelde de schade en deed er nog iets bij. Mensen imiteren immers elkaar; door te imiteren leren we, ontwikkelen we ons en worden wij volwassen mensen. Als iemand mij iets geeft, dan probeer ik iets van dezelfde waarde of liever nog, iets dat net wat waardevoller is terug te geven.

Waarom zou God niet barmhartig zijn en vergeving schenken zonder voorwaarden vooraf? Dan zou God volgens Anselmus de orde die hij zelf heeft vastgesteld in de schepping tekort doen. God moet genoegdoening vragen en krijgen of anders moet God de zondige mens bestraffen. God is kennelijk onderworpen aan een orde die hoger en groter is dan God. Maar wij, mensen hebben niets dat wij als genoegdoening kunnen geven aan God. Dat kan God alleen. Daarom is God mens geworden. De dood van Christus op het kruis geldt als genoegdoening. De vruchten ervan heeft Christus niet voor zichzelf nodig; hij geeft ze aan hen die in hem geloven.

De grote reformator J. Calvijn (1509-1564) heeft deze theorie nog toegespitst. God is bij hem vooral rechter en wreker. Het gaat bij hem niet om genoegdoening, maar om straf. Jezus ondergaat de straf die God voor mensen bedoeld heeft. Hij offert zichzelf op aan God – het woord ‘offer’ komt zeer veel voor bij Calvijn.

Het is verbazingwekkend dat deze theorieën zo populair zijn geworden. Als we de uitspraak ‘God is liefde’ ernstig nemen is er geen plaats voor de wrekende God van Calvijn en voor de genoegdoening vragende God van Anselmus. God staat aan onze kant. God is liefde.

Het begin van het optreden van Jezus wordt – voor zo ver we dit historisch kunnen nagaan – gekenmerkt door zijn zondevergeving. Hij treedt op in de naam van God en vergeeft zonder voorwaarden vooraf. Hij wil dat mensen elkaar schulden kwijt schelden – die schulden kunnen ook van financiële aard zijn. God vraagt geen genoegdoening en is niet uit op straffen. In zijn naam maakt Jezus een nieuw leven mogelijk en geeft hij zijn leerlingen – en niet alleen ambtsdragers – macht om in Gods naam te vergeven, zodat mensen bevrijd worden van het juk van hun schulden en opgewekt kunnen verder gaan.

Delen:

4 Comments

Opgeslagen onder God

4 Responses to De liefde wil geen offer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *