God is niet onveranderlijk, maar trouw

onveranderlijkVan wat er in de catechismus stond die we op de lagere school van buiten moesten leren, heb ik niet veel meer onthouden. Wel meen ik me te herinneren, dat er een hoofdstukje was over de eigenschappen van God. Een van die eigenschappen was dat God onveranderlijk was.

De gedachte dat God onveranderlijk is, vinden we in de hele geschiedenis van het nadenken over God in het christelijk westen terug. De verschillende wijsgerige scholen en tradities hebben deze overtuiging van elkaar overgenomen. Een belangrijke rol speelde hierbij de Griekse vertaling van de godsnaam in Exodus 3, 15 dat in het Grieks vertaald werd als ‘het zijnde’. Het hoogste zijnde was eeuwig, het had geen begin en geen einde en het bestond helemaal tegelijk zodat er geen opvolging was in tijd of plaats. Het eeuwig zijn van God hing nauw samen met het onveranderlijk karakter van God. God is dezelfde in de eeuwen der eeuwen. De tijd meet de beweging, de eeuwigheid is de maat van wat blijvend is.

Onder de wijsgerige gedachten moet er een menselijke ervaring aanwezig zijn. Tot in de achttiende, negentiende eeuw toe beleefden mensen het verstrijken van de tijd en de geschiedenis als iets negatiefs.

De idee was dat het vroeger beter was. Er was ooit een gouden tijd geweest, toen kwam er een zilveren en vervolgens een bronzen. Nu leven we in een ijzeren tijd. Alles wat oud is, is beter dan het heden. Alles wordt minder. Kijk maar naar jezelf; je wordt ouder, je kunt niet meer de dingen doen die je deed in je jeugd, en als je naar de hedendaagse jeugd kijkt, zie je daar minder kwaliteit aanwezig dan toen jij jong was. Veranderingen zijn dus over het algemeen negatief. Vroeger was alles beter. God is de oorsprong van het zijn: hoe verder je van God verwijderd bent, hoe minder zijn je zelf hebt.

Wij leven in een tijd, waarin wij in elk geval tot vrij kort geleden geloofden dat juist alles beter zal worden: van ganzenveer tot boekdrukkunst, van vulpen tot typemachine naar de personal computer en al het andere wat steeds in ontwikkeling is. We geloven in de evolutie die tegenwoordig meer zichtbaar is in de ontwikkeling van de menselijke cultuur dan in die van de natuur. Dan kan de gedachte ontstaan dat ook God evolueert en dus kan veranderen. Geloof in een onveranderlijke God is vreemd in een wereld die voortdurend verandert. Maar door ‘onveranderlijk’ te stellen tegenover ‘veranderlijk’ blijven we nog binnen dezelfde taal en dezelfde manier van denken. Tegenover een afname stellen we een toename. Op een of andere manier verandert er niet wezenlijks.

Tegenover ‘onveranderlijk’ staat niet ‘veranderlijk’, maar ‘trouw’. Dan komen we tegelijk in een andere manier van spreken terecht. God is niet ‘onveranderlijk’ zoals de Griekse en Latijnse kerkvaders, theologen, en we kunnen als moderne mensen niet zeggen dat God veranderlijk is. God is trouw. God is trouw tot in het duizendste geslacht. God blijft betrokken op mensen. Deze trouw hangt samen met de onveranderlijke gerichtheid van zijn liefde op mensen. Trouw is geen onbewogenheid, maar een bij de ander zijn in alle omstandigheden.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *