‘Bent u een gelovige?’

Verschillende keren per jaar krijg ik vijf of zes jonge mensen op mijn kamer in het Dominicanenklooster van Huissen. Het zijn leerlingen die bij ons op bezoek komen om kennis te maken met het kloosterleven.

Klooster en kapel van het Dominicanenklooster Huissen, waar ik woon.

Klooster en kapel van het Dominicanenklooster Huissen, waar ik woon.

Op veel scholen zijn ‘kloosterdagen’ zo populair, dat als de leerlingen moeten kiezen tussen een bezoek aan Rome, Barcelona of Athene of een paar dagen in een klooster, zij voor de kloosterdagen kiezen. Ze maken hun eigen programma, maar er hoort bij ons altijd meditatie bij en een bezoek in groepjes aan een kloosterling.

Dan kan het nuttig zijn dat ze iets horen over het christendom, niet als een dogmatisch systeem, maar als een doorleefde werkelijkheid. Ze willen weten of iemand een gelovige is, of juist niet.

Een ‘gelovige’ zijn: dat betekent voor jonge mensen nog niet dat zij betrokken lid zijn van een kerk. Het gaat om een keuze die bovenal voor het individu van belang is. Een ‘gelovige’ heeft meestal niet het gevoel dat hij een levensovertuiging vertegenwoordigt. Gelovig zijn is iets voor de gelovige zelf. Een woord als ‘levensovertuiging’ gebruiken mensen zelden of nooit. Hetzelfde geldt voor woorden als ‘kerk’ of ‘godsdienst’. Het liefst gebruiken ze het vage woord ‘spiritualiteit’. Verder zijn Aziatische woorden en namen populair

De maatschappij heeft geen kerken meer als oriëntatiepunten. Veel mensen hebben een spiritualiteit, die ze zelf hebben opgebouwd. Hoe verschillend elk individu ook is, dankzij de geweldige gave van het elkaar kunnen imiteren, treffen mensen anderen aan die min of meer eenzelfde spiritualiteit hebben. Vaak gaat het om een spiritualiteit die op henzelf is gericht. Op het ‘zelf’, dat ons een eigen identiteit zou geven die alle problemen overwint.

Elk van ons is een bundel van relaties, een knooppunt van verhoudingen. We proberen de relaties die veranderen te integreren, maar er blijven altijd niet brokstukken over die we niet kunnen integreren. Hoe vallen we desondanks niet uit elkaar? Door elkaar na te bootsen. Maar als we dat doen, gaan we steeds meer op elkaar lijken. We doen en denken en voelen dezelfde dingen. Dat kan van ons leven en samenleven een chaos maken.

zondebok loesjeHoe komen we daaruit? Als het om een groepsgebeuren gaat, kiest op een gegeven moment iemand een willekeurige ander als de schuldige, bang om zelf als de schuldige te worden aangewezen. Dankzij ons imiteren richten alle ogen zich op die (zogenaamde) schuldige en daardoor voelen we dat we bij elkaar horen. We noemen dit het ‘zondebokmechanisme’.

We kunnen ook in onszelf een zondebok aanwijzen, bijvoorbeeld door voortdurend te klagen over de beperktheid van ons verstand of over onze onhandigheid. Ik heb gemerkt dat mensen heel kwaad kunnen worden als anderen kritische vragen stellen over hun spirituele constructie.

Maar waar is God, of beter: het goddelijke? Velen sluiten hier aan bij de Indiase traditie, waarvan het hoogtepunt is dat je ontdekt dat je ‘ik’ identiek is met het goddelijke.

Ik vraag me af of je in een dergelijke over zichzelf gebogen spiritualiteit, ooit wel de ander en de Ander ontmoeten zal. Voor mij is God veeleer een tegenover. Een tegenover die de onschuld van de zondebok aan het licht brengt en zo mij een zuiverder zicht op de werkelijkheid geeft.

 

Delen:

3 Comments

Opgeslagen onder Geloven vandaag

3 Responses to ‘Bent u een gelovige?’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *