Gouden feest met bijsmaak

Vijftig jaar geleden werd ik priester gewijd door bisschop Bekkers.

Vijftig jaar geleden werd ik priester gewijd door bisschop Bekkers.

In het verpleeghuis voor mannelijke religieuzen waar ik nu woon lopen mensen rond van een indrukwekkende hoge leeftijd. Negentig is een tamelijk ‘gewone’ leeftijd.

De zomertijd is de periode waarin allerlei jubilea worden gevierd. Er zijn mensen die er zich op kunnen beroemen zeventig jaar Jezuïet te zijn – de Jezuïeten beginnen te tellen, vanaf de dag dat ze aan de deur klopten en intraden. Andere orden rekenen anders, zoals de Dominicanen, die de jaren van ‘Dominicaan zijn’ tellen vanaf de eerste dag van hun (tijdelijke) professie, de dag na het noviciaat waarop ze zich binden aan de orde.

Ik probeer wel eens zo een oude Jezuïet te overtuigen dat zeventig jaar Jezuïet veel te lang is, dit maakt (terecht) weinig indruk.

Ik ben een van de jongsten in dit huis. Deze zomer vier ik dat ik vijftig jaar geleden door Mgr W. Bekkers, bisschop van Den Bosch, in de Dominicuskerk van Nijmegen tot priester ben gewijd.

Terugkijkende was dat een gebeuren op de grens van een oude naar een nieuwe tijd, waarbij de nieuwe tijd voortijdig is afgebroken. Toen ik in de parochie waar mijn ouders woonden voor het eerst voorging, de ‘eerste mis’ deed, werd ik niet door de pastoor en kerkbestuur afgehaald van huis. Maar toen de dag ervoor mijn oudste broer mij de straat binnen reed waar ik geboren en getogen was, vlagden beide kanten van de straat: de helft die katholiek was, gebouwd door een katholieke woningbouwvereniging, de protestante kant van de straat, gebouwd door een protestante bouwvereniging. De oecumene was begonnen.

De mis was in het Nederlands, behalve het tafelgebed, dat was nog in het Latijn. Zo ook was bij de wijding het wijdingsgebed in het Latijn. Voor mij en vele anderen was het hoogtepunt de voorbeden. Niemand had eraan gedacht ze te maken. De bisschop improviseerde ze en bad voor de wereld, voor vrede in Vietnam, voor gerechtigheid. Wie had ooit een bisschop echt horen bidden?

Ik heb nooit uren in de biechtstoel moeten zitten. Het ‘lof’, een combinatie van vespers en ‘uitstelling van het Heiig Sacrament’ heb ik, geloof ik, tweemaal gedaan. De inhoud van het ‘ambt’ veranderde. De ‘wijding’ werd een aangewezen worden. De priester werd mensvriendelijker. Hij werd een dienaar en voorganger van een gemeenschap; de privé-mis verdween.

En er kwamen nieuwe vragen op: waarom geen gehuwde en waarom geen vrouwelijke priesters? Waarom geen gekozen priesters en part time priesters? Is de kerk afhankelijk van de aanwezigheid van een priester of is deze haar piloot? Is de het kerkgebouw de plek voor de priester of is dat heel de wereld? Kan de gemeenschap vieren zonder priester, en kan zij er een kiezen en aanstellen als de bisschop zonder goede redenen weigert dit te doen?

Het trieste van de laatste vijftig jaar is dat deze discussie afgebroken is en we terug lijken te gaan naar een duister en magisch begrip van het priesterschap. Vijftig verloren jaren? Het vieren heeft een bittere bijsmaak.

*

Op de website van de dominicanen verscheen mijn preek bij mijn gouden feest, over Johannes 6, 24-35: Brood uit de nieuwe wereld.

Delen:

1 reactie

Opgeslagen onder Kerk

One Response to Gouden feest met bijsmaak

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *