Bevrijd ons van de hulpgieren

Van verre zag ik ze al staan. Een groep van tien mensen die naar een vergadering gingen of er net vandaan kwamen en nu nog aan het napraten waren. Ik kon ze niet vermijden; ik moest naar de uitgang waar een bekende mij zou afhalen.

rollator

Toen ik met mijn rollator de hal binnenliep had ik het gevoel met gejuich ontvangen te worden. ‘Geweldig, iemand met een rollator, een mens die hulp nodig heeft.’ De ‘menigte’ stortte zich op mij, eindelijk een kans om iets goeds te doen. ‘Hij moet gauw naar links, naar de warme gang,’ werd er geroepen. Een stel handen rukte me naar rechts, ‘U moet een paar passen naar voren en dan bent u er. Wat dit ‘er’ was, scheen iedereen te weten behalve ik. ‘Nee, hij moet naar achteren, zo krijgt hij meer ruimte.’

Er werd veel en luid gecommuniceerd. Stemmen omgaven mij, links, rechts vooruit, achteruit. Iedereen wist waar ik heen moest. Ze spraken elkaar aan, wisselden van plaats en gebruikten zo nodig lichaamstaal. De enige die niet aangesproken werd, was ik, want hulpbehoevend, iemand die moeilijk vooruit kwam en daarom natuurlijk ook verstandelijk een beetje beperkt was geworden, niet wist waar hij was.

Met veel moeite kon ik me verstaanbaar maken: ik wilde naar buiten, de tuin in, waar ik opgehaald zou worden. Teleurgesteld brachten ze me naar buiten, waar het net droog werd. ‘Nu ja, zulke mensen weten niet wat goed voor hen is,’ hoorde ik ze denken. ‘Je kunt niet verwachten dat ze dankbaar zijn.’

De rollator fungeert vaak als een Rode Kruis vlag. Mensen moeten geholpen worden. Dus moet je met de rollator aan de slag gaan. Als je om hulp vraagt in een lastige bocht, laten ze je rustig wachten. Want die rollator staat er toch! Intussen glijd je weg of sta je helemaal gekromd achter de rollator.

André Lascaris o.p. heeft de ziekte van Parkinson, 'maar verder gaat het goed'.

André Lascaris o.p. heeft de ziekte van Parkinson, ‘maar verder gaat het goed’.

Vele mensen denken dat het probleem bij de rollator ligt. Ze trekken hem naar voren met als gevolg dat je helemaal krom moet gaan te staan. De rollator is echter niet het probleem. De benen willen niet of liever, de hersens weigeren dienst en vertikken het commando ‘lopen’ door te geven. Je hebt soms iemand nodig die de rollator naar je toe beweegt in plaats van van je af. Het is belangrijk dat je voeten zoveel mogelijk tussen de achterwielen staan en bewegen.

Maar zoiets uitleggen midden in de chaos is niet eenvoudig. Je wordt omgeven door slechthorenden. Je roept ze toe in de opening van de lift te gaan staan zodat ze de lift voor je vasthouden. Ze knikken je vriendelijk toe en lopen weg. Weg is ook de lift.

Ik vind een van de meest vervelende dingen dat mensen, daaronder ook verpleegkundigen, je op je rug gaan slaan. Het is goed bedoeld. Maar een aai over je bol, of zoals meestal, over je rug, is niet plezierig. Mensen nemen bezit van je, je wordt gedegradeerd tot een schoothondje. Ik suggereer aan deze ‘helpers dat mijn rug vol blauwe plekken zit.

Of het helpt? Vervelend is het als je, met of zonder klap op je rug, van achteren wordt aangesproken. Je kunt niet zien wie je aanspreekt, je herkent niet altijd de stem, je hebt je aandacht nodig voor het lopen. In een café zit je laag in een rolstoel. Een enkeling sleept er een stoel bij. In de meeste gevallen praten de aanwezigen over je hoofd heen. Voor hen ben je niet aanwezig.

Maar er zijn mensen, vaak zijn het jongeren, in de metro vaak allochtone jongeren, die hulp aanbieden, graag bereid zijn hun handen uit de mouwen te steken, vragen of en hoe ze kunnen helpen.

Bevrijd ons van de hulpgieren, lang leve – wie weet- u.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *