Oude mensen: zo is God nu aanwezig

Vader tijd verwelkomt het nieuwe jaar, een beeld dat in Angelsaksische landen bekend is.

Oude prent waarin Vader Tijd het nieuwe jaar verwelkomt, een beeld dat in Angelsaksische landen bekend is.

Een nieuw jaar ligt voor ons. Ik herinner me dat ik in mijn kindertijd een tekening kreeg voorgeschoteld van een oude man die zo snel en heftig als maar mogelijk was wegrende, om plaats te maken voor een jonge man die, goed getraind, hem probeerde in te halen.

De jonge man weigerde respect te tonen voor de oudere. Hij was vlugger, slimmer, krachtiger, kortom hij was de drager van de toekomst. De makers van de kaart gingen tegen beter in de ontvangers wijsmaken dat het nieuwe jaar aanmerkelijk beter zou zijn dan het afgelopen jaar, dat met evenveel enthousiasme een jaar eerder was binnengehaald en nu werd weggejaagd.

Op het eerste gezicht leek de tekening optimistisch: volgend jaar zal beter zijn dan het huidige, vorige jaar. Maar onder dit optimisme leeft een diep pessimisme. Uiteindelijk zal het Nieuwe Jaar weggejaagd worden zoals het Oude Jaar, en zal het een teleurstelling blijken te zijn. Het ziet er niet naar uit dat zulke kaarten nu nog aanslaan. We beseffen dat we de toekomst niet kennen.

Wat de toekomst betreft zijn we geneigd te denken dat na een reeks cijfers die iemand opnoemt, bijvoorbeeld ‘2 4 6 8 10 12’ nummer 14 volgt. Dat volgt echter niet automatisch. Er kan op elk moment een ander nummer geroepen worden. De keuze van het aantal, dat op eerdere cijfers volgen met of zonder patroon is oneindig. Iets voorspellen en als een zekerheid presenteren op grond van het verleden is onmogelijk.

Natuurwetenschappers onderzoeken alles, maar bewijzen niets. Zo hoorde ik iemand onlangs zeggen dat statistisch genomen de volgende Elfstedentocht vóór 2020 zal plaatsvinden.

Jammer – of liever: gelukkig – storen de getallen van de werkelijkheid zich niet aan de cijfers van een of ander statistisch bureau. Daar waar de sluier van de statistiek blijft haken en scheurt, daar kan een opening ontstaan die vernieuwing mogelijk maakt. De toekomst wordt er nog onzekerder van, maar we zien, zij het maar ten dele en oppervlakkig, het begin van een of meer weggetjes en we worden uitgedaagd de platgetreden paden te verlaten.

Tijdens een viering afgelopen jaar in de kapel van het klooster in Huissen, waar ik lang woonde.

Tijdens een viering afgelopen jaar in de kapel van het klooster in Huissen, waar ik lang woonde en nog elke zondag kom, met rollator.

Dat geldt ook voor de kerken. Hun toekomst is zeer onzeker. Wat christenen ook doen en of ze nu conservatief zijn of liberaal, de kerkgebouwen worden leger en met het oog daarop vinden velen dat kerken een andere bestemming moeten krijgen, verkocht of afgebroken moeten worden.

Hier moet ik denken aan een interview met kardinaal Bernhard Alfrink op de TV. De Sovjet-Unie bestond toen nog. De kardinaal had juist een bezoek gebracht aan dit bolwerk van atheïsme. De interviewer zei dat de kardinaal toch moest toegeven dat het christendom daar voorbij was. Je zag alleen nog maar oude vrouwtjes in de kerken.

Daarop antwoordde de kardinaal met: ‘Ja, de kerken worden bezocht door alleen oude vrouwen. Maar in 1914 was ik ook in Rusland en toen waren er ook alleen oude vrouwen in de kerken. En ik ben er zeker van dat die oude vrouwen van nu niet dezelfde oude vrouwen zijn van toen’. De jonge interviewer met zijn heldere visie op de toekomst werd hier gevloerd door een oude man.

Nu is West-Europa geen Rusland en we hebben geen greep op wat komen gaat. We moeten beginnen met te erkennen dat de lege kerk met een handvol ouder wordende bezoekers nu de gestalte is van de kerk van Jezus Christus. In onze tijd is dit een van de manieren waarop God onder mensen aanwezig is. En tegelijk weten we dan dat niet wij heer zijn van de kerk.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Kerk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *