Een erfenis van moed en liefde

Het enige wat baby's niet hoeven te leren is imiteren...

Het enige wat baby’s niet hoeven te leren is imiteren…

Onlangs ben ik naar een crematie geweest van een vrouw die ik al meer dan veertig jaar kende. Voor mij was het belangrijk bij haar uitvaart te zijn. Een vriend reed mij heen en terug. Dat was ongeveer 400 km. Dank je.

Ze was geboren in het ‘Jappenkamp’ Blitar in het huidige Indonesië. Haar vader was in ‘Indië’ onderwijzer en later vrijzinnig dominee. Haar moeder stierf in dit kamp. Zij heeft haar nooit gekend. Ze heeft wel eenmaal haar graf kunnen bezoeken.

Het vrouwenkamp Blitar had een bijzondere naam. Op een gegeven dag verordonneerde de kampcommandant dat al de meisjes van zes jaar en ouder moesten worden overgedragen aan hem. Iedereen begreep wat dit betekende. Troostmeisje worden. Seksslavin.

De vrouwen weigerden. Ze vormden een kordon rond de meisjes en bleven zo staan. Een groep uitgehongerde vrouwen stond tegenover een groep mannen die gewend waren mensen ten dode toe te slaan en hun zwaard te gebruiken.

De commandant besloot zijn bevel te herroepen. We zullen nooit weten waarom, maar hij besloot ondanks al die Japanse ogen in zijn rug zijn bevel niet door te zetten.

Het kind, verzorg door een tante, was veel te jong om dit bewust te hebben meegemaakt. Maar de moed van deze vrouwen, hun weerstand, hun kracht om zich te verzetten, vond ik altijd bij haar terug. Ze was als het ware een erfgename van dat gebeuren in dat kamp.

Vrouwen in een Jappenkamp.

Vrouwen in een Jappenkamp.

Toen ze volwassen was en zelf kinderen had, werkte ze jaren aan een nieuwe verbondenheid tussen kinderen van Japanners kinderen uit de Japanse kampen, kinderen van Japanners, kinderen van verzetsmensen. En ook kinderen van mensen die ‘fout’ waren geweest. Zij hadden gelijke psychische problemen en probeerden die samen op te lossen.

Hoe heeft deze ervaring, de sfeer van verzet van die vrouwen in dat kamp, mede het leven van deze vrouw als klein kind bepaald? Kinderen zuigen met de moedermelk heel de wereld in. Zij imiteren voortdurend de ouderen ende andere kinderen. Ze slurpen goed en kwaad op. Ze zoeken zich te verbinden met anderen, zoals anderen zich verbinden met hen. Dat alles gaat terug op imitatie.

Inmiddels heeft men ontdekt met allerlei experimenten dat het enige wat baby’s niet hoeven te leren het imiteren is. De imitatie is zelf de grondslag van het leren.

Rond het einde van de vorige eeuw ontdekte men spiegelneuronen. Wanneer we iets doen, mobiliseren we een aantal neuronen, en min of meer een deel van onze hersenen begint op te lichten. Dit gebeurt wanneer we een glas bier oppakken en gaan drinken, maar ook wanneer wij anderen dit zien doen. De menselijke hersenen zijn in staat een ander te transformeren in een ander zelf. We kunnen aanvoelen en verstaan wat een ander denkt en voelt.

Dit kan een kwade gave zijn: opgroeien in een gezin waar slaan de meest gebruikelijke manier van communiceren is (Stalin), kan verschrikkelijke gevolgen hebben. Je krijgt een verschrikkelijke erfenis mee.

Maar dit hoeft geen noodlot te zijn. Je kunt genezen, de erfenis ten goede wenden. En wie leven kan in een goede wereld van liefde, heeft ook een erfenis, die erom vraagt verdeeld te worden.

Delen:

1 reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

One Response to Een erfenis van moed en liefde

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *