We zijn op de vlucht voor onze chaos

‘De eerste minister bleef er optimistisch bij.’

Eerst het zuur, dan het zoet zo luidde het motto van een vorig kabinet dat kwam, zag en verdween. De meeste regeringen in ons land brachten deze woorden in praktijk, ook het nu aftredende kabinet.

Het was een bijzonder zuur kabinet, het hamerde erop dat er bezuinigd moest worden. De eerste minister bleef er optimistisch bij.

Uiteraard moesten de zwaksten in onze samenleving de zwaarste lasten dragen. Want zij zijn vaak afhankelijk van de staat en kunnen gemakkelijk onder de duim gehouden worden. Verpleeghuizen werden opgeheven en op vele activiteiten werd gekort.

Toen, als bliksem uit de hemel veranderde het beeld. Er werd omgeroepen dat de zure melk door een soort seculier wonder zoet was geworden.

De beste melk was voor het laatst bewaard. Het nieuwe kabinet kon gaan uitgeven. Het wordt weer leuk minister te zijn. We kunnen onze feestelijke kleren aantrekken.

Het ziet er niet naar uit dat de zwakkeren zullen krijgen wat zij verloren hebben in de schrale jaren hiervoor. Is dit de grote winst die we door te bezuinigen hebben verkregen? Of ligt de blijvende winst in de wetgeving die het gemakkelijker maakt mensen te ontslaan? Vaste banen worden zeldzaam.

De vraag dringt zich op of al die bezuinigen iets positiefs hebben achtergelaten. Ze hebben in elk geval vele mensen slapeloze nachten bezorgd.

Kunnen ze niet rekenen in Den Haag? Of kunnen ze dat te goed? Was het een verrassing voor Den Haag? Had de verkiezingsdag een ander resultaat laten zien en misschien een andere nieuwe regering?

We hebben een vreemd economisch systeem. We vinden het zelf eigenlijk een goed systeem en kijken neer op die vreemde voorouders van ons.

Zij hadden allerlei regels over wat wel en wat niet mocht. Op vrijdag mocht je markt houden, niet op donderdag en bovendien op een bepaalde plaats.

Waarom niet op vrijdag en donderdag en op allerlei plaatsen? Je hebt kans tweemaal meer te verdienen. In onze economische wereld hebben we nauwelijks regels, nu ja, we hebben er tienduizenden om bijvoorbeeld te zorgen dat er concurrentie blijft bestaan. Maar theoretisch hebben we een vrije economie.

‘We hebben eigenlijk geen systeem’

We hebben eigenlijk geen systeem. De wereld is een groot worstelpark en de voornaamste regel is dat de sterkst of slimste de winnaar is.

Maar onze voorouders waren wel zo slim en sterk om in te zien dat zij zo een worstelplaats niet wilden. Je ontkomt waarschijnlijk niet aan het worstelen, maar je moet in elk geval voorkomen dat iedereen erbij betrokken wordt en er een chaos ontstaat.

Een verschil tussen ons en onze voorouders is dat we onze regels als het ware van buiten inbrengen: we zijn vrij, hebben eigenlijk geen regels maar voeren deze vreemde lichamen in om zo nu en dan de economie naar de hand te zetten.

Onze voorouders hadden regels die voortvloeiden uit de verbanden tussen mensen. Zij wisten van binnen uit dat de begeerte geen grenzen heeft. Regels konden hinderlijk zijn. Zelfs onderdrukkend. Je probeerde ze te omzeilen, te veranderen, maar ze moesten er wel zijn.

In onze samenleving word je aangespoord te begeren en zoveel mogelijk te kopen en te verkopen. Dan bloeit de economie weer op. Ze loopt uit de hand wanneer zoveel mensen hetzelfde willen hebben, begeren, dat er een schaarste ontstaat. Ze moet een nieuwe impuls krijgen, de begeerte moet worden opgewekt.

Wij lossen onze problemen op door meer te begeren, maar al koloniseren en globaliseren we nog zoveel, de begeerte moge eindeloos zijn, de wereld is beperkt.

We zijn bezig met een vlucht naar voren en hopen zo de chaos te vlug af te zijn. ‘Rare jongens en meisjes, die generaties na ons’, hoor ik onze voorouders zeggen, ‘ze proberen aan de chaos te ontkomen door hem groter te maken’.

Als dat maar goed gaat.

Delen:

2 Comments

Opgeslagen onder Geloven vandaag

2 Responses to We zijn op de vlucht voor onze chaos

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *