
Jezus verbeeld door Rembrandt
Jezus werd waarschijnlijk geboren in het jaar 6 of 7 vóór de christelijke jaartelling. (Er werd ooit een vergissing gemaakt met tellen, want het was de bedoeling dat de christelijke jaartelling zou beginnen met zijn geboorte.) De datum van zijn geboorte is onbekend. We weten niet zeker waar hij geboren is. Nazareth lijkt de meest waarschijnlijke plek. Hij was de zoon van Maria en van Jozef, die volgens Matteüs 13:55 een timmerman was. We weten verder niets met zekerheid over deze twee mensen; Jezus’ moeder is nog wel actief geweest in de beweging (kerk) die na zijn dood begon.Jezus had volgens Marcus 6:3 vier broers: Jacobus, die na zijn dood de leider werd van de joods-christelijke groep in Jeruzalem, Jozef (of Joses), Simon en Judas. Hij had zussen, maar we weten niet hoeveel en hun namen zijn ons niet bekend. Verder had hij een oom, Klopas, wiens zoon Simeon later Jacobus in Jeruzalem als leider zou opvolgen. Algemeen wordt aangenomen dat Jezus ongehuwd is gebleven. Behoorde hij misschien bij de strenge joodse groepering van de Essenen? Wat we over zijn optreden weten, wijst daar niet op. Hij had wel banden met de dopersbeweging, rond Johannes de Doper. Ook weten we dat hij rond het jaar dertig vlak vóór Pasen werd geëxecuteerd.
Jezus als profeet

Jezus als 'hippie', in de rock-opera Jesus Christ Superstar (1970)
Wat Jezus voor moderne mensen weinig aantrekkelijk maakt, is dat hij een band had met de apocalyptische stroming, die het einde van de tijden verwachtte. In het latere christendom ging men de apocalyptiek zien als duister en dreigend: als het Oordeel dat na het leven uitgesproken wordt.
In die zin hoort Jezus niet bij de apocalyptiek. Hij predikte over het rijk van God als het doen van de wil van God hier en nu. Hij verwachtte dat de doorbraak van het rijk van God nog in zijn generatie zou plaatsvinden, maar hij zei ook dat niemand, ook hij zelf niet, uur en dag van de komst van het rijk van God kende.
Het rijk van God is de tijd dat God zal regeren. Jezus profeteerde erover door de wereld van zijn dagen te beschrijven en te wijzen op de consequenties ervan. Het is niet duidelijk of Jezus zich het rijk Gods voorstelde als hier op aarde of daarbuiten, een soort hemel. In ieder geval beschouwde hij samen eten als hét beeld van dat rijk van God.
Jezus verwachtte dat de komst van het rijk van God ingeluid zou worden met het herstel van Israël als een gemeenschap van twaalf stammen. Zijn groep van ‘de twaalf’ was daarvan een beeld. Hij geloofde in de opstanding der doden, maar had daar waarschijnlijk geen primitieve ideeën over, alsof onze wereld van nu gewoon herhaald zou worden. Jezus geloofde in het bestaan van engelen en demonen, zoals velen deden in zijn tijd.
We kunnen niet achterhalen of Jezus een ontwikkeling in zijn leven heeft doorgemaakt. Waarschijnlijk is dit wel. Het is mogelijk dat hij op het eind van zijn leven ook zelf scherper voor ogen had waarvoor hij stond dan aan het begin van zijn profetisch optreden.
Jezus en de ‘Wet’
Vroeger werd vaak gezegd dat Jezus de joodse ‘Wet’ (Thora) afschafte en de reinigingswetten tenietdeed, of ze minstens niet zo serieus nam. Inmiddels is men ervan overtuigd dat Jezus een wetsgetrouwe jood was. Zijn conflicten met de farizeeën van die tijd wijzen er juist op dat hij veel gemeenschappelijk met hen had. Conflicten ontstaan immers niet tussen mensen die niets met elkaar te maken hebben en in verschillende werelden leven.

Eind negentiende eeuw ontstond de devotie rond het 'heilig hart' van Jezus.
Jezus had kritiek op de manier waarop de farizeeën met de ‘Wet’ omgingen. Er wordt wel eens gezegd dat Jezus in onze tijd lid geweest zou zijn van de liberale joodse gemeente, waar de regels van de ‘Wet’ minder zwaar tellen. De liberaliteit van Jezus zou nog wel eens tegen kunnen vallen. Wel heeft hij de ‘Wet’ nooit tot een afgod gemaakt. Hij was zich ervan bewust dat het een leidraad was voor het leven van mensen met God en met elkaar.
Er zijn geen aanwijzingen dat Jezus de scheidslijn tussen joden en niet-joden wilde opheffen. In de eerste eeuw na zijn dood was dat een hevige discussie onder zijn volgelingen: was Jezus nu gekomen voor het joodse volk of voor alle mensen?
Het is waarschijnlijk dat Jezus het eens was met de idee dat heidenen jood moesten worden om volledig te kunnen delen in de geestelijke erfenis van het jodendom. Overigens betekende dat niet dat hij of zijn tijdgenoten dachten dat niet-joden op een of andere manier verdoemd zouden zijn. Er was eenvoudig geen belangstelling voor een discussie over het lot van niet-joden in die tijd.
Wordt vervolgd
3 Responses to Wat weten we eigenlijk over Jezus (3)?