Overgeleverd aan jezelf. Over lijden

Door de eeuwen heen hebben velen hun eigen, soms onbegrijpelijke lijden verbonden met het lijden van Jezus Christus aan het kruis.

Ik schrijf het volgende aarzelend en met grote bescheidenheid.
In onze maat­schap­pij wordt lijden vooral in verband gebracht met ziekte. Gezond­heid is een centrale waarde in onze maatschappij. Maar het ver­lies van je partner, een kind, je huis, je werk kan onnoeme­lijk veel leed veroorzaken. Incest, geweld in het gezin of eenvoudig­weg niet gezien worden zijn een bron van lijden. Geen werk vinden doet je twijfelen aan je recht om te bestaan. Natuurrampen en honger zijn voor mensen in West-Europa wat verder van hun bed. In het volgende gebruik ik ziekte als achtergrond van mijn over­peinzing.

Een kloosterlinge, die wist aan kanker te zullen overlijden, vertel­de me dat ze haar ziek worden ervaren had als een vrije val uit een vlieg­tuig. Het vliegtuig met gezonde mensen vloog door, zij viel eruit. Ze gaf daarmee, denk ik, de kern van alle lijden weer. Je staat alleen, je wordt geïsoleerd, je telt niet volwaar­dig meer mee. Je wordt toeschouwer in plaats van medespeler, een vreemde in je eigen lijf, je eigen leven misschien wel. Misschien moet je ontdekken dat je karakter verandert. Of erger nog, je verliest je geheugen en daarmee je identiteit. Het kan ook zijn dat je gemeden wordt door ‘gezon­de’ mensen, of dat je juist stikt in de belangstelling van mensen, die er vooral op uit lijken te zijn de ernst van de situatie te ontkennen.

We bouwen onze ziekenhuizen aan de rand van de stad. Maar stel je eens voor dat zieke (of oude, of gehandicapte, of arme, of criminele) mensen zo belangrijk voor ons waren, dat we ze een plaats midden in onze samen­le­ving zouden geven! We praten over hen, dikwijls vanuit echte zorg, maar soms, denk ik, ook om onszelf in te prenten dat wij gezond zijn.

De zeven 'werken van barmhartigheid' (zie Mattheus 25), waarmee de hongerigen, dorstigen, naakten, vreemdelingen, zieken, gevangenen en de doden niet naar de rand van de samenleving worden geduwd, maar in het centrum van de aandacht gezet. Klik om dit schilderij van de Meester van Alkmaar (1504) groter te zien.

Ik zie niet dat lij­den in zich een zin heeft. Vaak geven mensen achteraf het lijden een zin door het als een leer­pro­ces te beschouwen. Zo kan het gezien worden. Er zijn ook visies waarin ziekte wordt bekeken als een uiting van innerlijke verdeeldheid. Dit is niet helemaal onzin, maar ik wijs de gedachte af dat iedereen die ziek wordt, dit aan zichzelf te wijten heeft. Evenmin is het waar dat ziekte altijd een gevolg is van verkeerde leefwijzen of van een econo­misch of sociaal zieke leefomgeving, al heeft het milieu – ook het geestelijk milieu – wel invloed op ziekte en gezondheid.

Drie wegen
Hoe gaan we om met het lijden? Ik zie drie wegen. De eerste is het analyse­ren van de oorzaken van het lijden: onderdrukking, armoede, onderontwikkeling, ziektes: we kunnen ze bestuderen, analyseren en bestrijden.

Deze eerste weg moet gepaard gaan met een tweede. Want de eerste weg kan tot een tunnelvisie leiden, of tot blind fanatisme waarbij alles gezien wordt vanuit dit of dat kwaad. De manier waarop we in onze samenleving gezonde mensen medicaliseren vind ik daar een voorbeeld van.
De tweede weg is op zoek gaan naar wat werkelijk belangrijk is in het leven, en de overbodige franje als ballast weg te gooien. Dit kan ons een gevoel van bevrijding geven: dichter bij de kern van het leven te zijn. Wie ernstig ziek is of een ongeluk meemaakt, voelt heel precies aan welke mensen en dingen er echt toe doen – en wat je wel kunt missen. Dat maakt de weg vrij om intens van het leven te genieten, opener te staan voor mensen en voor God.

De kloosterlinge die ik hiervoor al noemde, gaf mij nog een derde weg aan. Ze vertelde dat ze in lange slapeloze nachten aan men­sen dacht, die veel te verduren hadden. Mensen die gemarteld werden bijvoorbeeld. Ze probeerde al biddend met hen in verbinding te komen. Het was, zo vertelde ze, alsof er een verbondenheid ontstond. Daardoor voelde zij zichzelf niet meer zo alleen, en ze hoopte dat die andere mensen dat ook zo zouden voelen.

Kern van het lijden
Het is niet vanzelfsprekend dat lijdende mensen met elkaar een gemeenschap vormen. Wie zelf weinig heeft, of knokt om overeind te komen of te blijven, heeft niet veel te geven. Maar weten dat iemand aan je denkt, meer nog: voor je bidt, geeft een speciale verbondenheid. Je weet dat je gezien wordt, dat er aandacht voor je is. Dat is helend, troostend, uitda­gend. Je wordt een beetje verlost van die absolute eenzaamheid alleen te zijn met je leed.

Die eenzaamheid, volledig overgeleverd te zijn aan jezelf, dat is immers de kern van het lijden.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *