
Rozenkrans, een katholieke meditatievorm
Mediteren is in, maar kent vele vormen. Er bestaat niet zoiets als ‘de meditatie’. Over het algemeen wordt het in verband gebracht met geloof en religie, maar dat hoeft niet. Zakenlieden mediteren om winstgevender zaken te doen, sportlieden om grotere successen te boeken. Meditatie is een techniek. De verschillende vormen hebben gemeenschappelijk dat ze ons innerlijk concentreren op één punt. Dat punt kan God zijn, maar ook jezelf, of het hier en nu, of juist niet jezelf maar een punt voorbij je eigen ‘ik’.
Men raadt voor het mediteren een goede lichaamshouding aan. De yogatraditie werkt actief met verschillende lichaamshoudingen en het oefenen van de zintuigen. Lopen en dansen kunnen door hun ritme een concentratie aanreiken. Vooral de adem is nuttig om tot meditatie te komen. Je laat de adem in- en uitstromen en concentreert je daarop. De concentratie kan men bevorderen door een woord of klank te herhalen. Dit heet een ‘mantra’. De Indische traditie gebruikt daarvoor vaak de klank ‘ohm’. In het Oost-Europese christendom wordt op het ritme van de ademhaling het woord ‘Jezus’ herhaald.
Meditatie kan gericht zijn op mentale beelden, bijvoorbeeld door het waarnemen van gevoelens en ervaringen die in je opkomen, of door een beeld voor ogen te houden, bijvoorbeeld van het lijden van Jezus. De vormloze of stille meditatie – Zen is hiervan een voorbeeld – poogt juist los te komen van de fixatie op de gedachten en het denken. Ze sluit aan op de ervaring dat we zo bezig kunnen zijn met de snelle bewegingen van ons denken, dat we het contact verliezen met de werkelijkheid. Deze meditatie brengt ons dan terug bij de werkelijkheid die groter is dan ons denken. In de westerse tradities noemt men deze aanpak ‘contemplatie’, gericht op het loslaten van gedachten.
Mediteren leer je, net als bidden en vertrouwen, door het te doen. Dan pas ga je ervaren wat het met je doet. In zekere zin stap je in iets wat er al is en helpt het je te openen (of liever: laten openen) voor de verbondenheid met God. Je ‘laten openen’; want in de christelijke traditie is het God die aan begin en einde staat van ons leven, ons bidden, onze contemplatie.
In de verschillende religieuze tradities valt soms het woord ‘mystiek’. Ik versta hier mystiek als een geraakt worden door God en leven vanuit die geraaktheid. Dat kan allerlei vormen aannemen, want dé mystiek bestaat al evenmin als dé meditatie. Met aandacht een kind verzorgen, een tuin bewerken of eten koken kunnen ook vormen van contemplatie en mystiek zijn. Meer toegespitst is mystiek te omschrijven als een uitdrukkelijk zoeken van verbondenheid met God.

Op Goede Vrijdag wordt in veel katholieke kerken om drie uur 's middags de Kruisweg gebeden: veertien 'staties' die het levensverhaal van Jezus vertellen. Deze staties hangen vaak aan de zijkanten van de kerk.
In de Middeleeuwen is in West-Europa een eigen biddende meditatietechniek ontstaan: de rozenkrans. Dat is een ketting met 150 kralen, evenveel kralen als er psalmen zijn. Oorspronkelijk was het dan ook een vervanging van het bidden van de psalmen, voor mensen die niet konden lezen. Meestal echter telt de ketting vijftig kralen; dit heet een ‘rozenhoedje’. De kralenketting is overgenomen van het gebedssnoer van de moslims.
Bij elke kleine kraal herhaalt de biddende het Weesgegroet, een kort gebed om de voorspraak van Maria bij God te vragen. Bij elke grote kraal wordt het Onzevader gebeden. Tussen een cyclus van Weesgegroetjes en een Onzevader richt men zich op de ‘vijftien geheimen of mysteries van de rozenkrans’: vijf momenten uit de kindsheidverhalen van Jezus, vijf uit zijn lijdenverhaal en vijf uit de Paascyclus.
Het bidden van de rozenkrans is een techniek met vele lagen, maar uiteindelijk is het ook gericht op het zich openen voor God. De laatste decennia is het gebruiken van de rozenkrans afgenomen. Meer aandacht voor de psalmen en voor andere vormen van meditatie heeft het rozenkransgebed vervangen.
Een andere meditatievorm uit de Middeleeuwen is het bidden van de kruisweg. In navolging van de christenen in Jeruzalem ging men veertien plekken, ‘staties’, langs met afbeeldingen uit het lijdensverhaal van Jezus. Bij elke ‘statie’ wordt even stilgehouden. Nog steeds gebeurt dat in veel kerken op Goede Vrijdag. De idee was gevoelens van medelijden in zichzelf op te wekken en zo meer open te staan voor Gods medelijden met ons.
One Response to Meditatie: een mens-opener