
De God van de joodse Bijbel is geen afweger zoals vrouwe justitie, maar kiest partij - vooral voor hen die geen partij zijn tegen de rijken en machtigen.
Het jodendom in de tijd van Jezus was veelkleurig. In het Romeinse rijk bestonden nog talloze andere godsdienstige bewegingen. De meeste daarvan vermengden zich gemakkelijk met elkaar. De joodse traditie onderscheidde zich door sterk de eigen identiteit te benadrukken. De zuigkracht van de Griekse en Romeinse cultuur, talen en religie vormden een uitdaging voor het voortbestaan van Israël. Het jodendom was in die tijd zeker niet ‘liberaal’, integendeel: de scheiding met de heidenen werd steeds weer benadrukt.
Veel heidenen werden geboeid door het jodendom. Vooral het geloof in één God sprak aan. Sommigen woonden regelmatig de diensten in de synagoge bij. Zij werden ‘proselieten’ genoemd en waren wellicht jood geworden, als niet de besnijdenis en het op zich nemen van de vervulling van de ‘Wet’ zo’n grote breuk was met hun heidense omgeving.
Waarom heeft het jodendom zo’n invloed gehad? Van al de religies rond de Middellandse Zee uit de tijd van Jezus is alleen het jodendom als levende (en dus veranderde) traditie overgebleven.
Het antwoord is, denk ik, dat in het jodendom steeds weer geprobeerd wordt zo met elkaar te leven, dat iedereen recht gedaan wordt en er niemand slachtoffer wordt. Recht gedaan worden en recht doen is het voornaamste thema van het Oude Testament.
Gerechtigheid is hier niet een godin die een weegschaal in de hand houdt en blind afweegt wie het meeste gewicht in de schaal legt – doorgaans de machtige en de rijke. De God van Israël maakt geen onderscheid tussen mensen, en het gaat hem ook niet om het afwegen van rechtsregels. God staat ervoor garant dat ieder mens recht gedaan wordt.
In het leven van alledag hebben de sterkeren veel mogelijkheden hun recht te halen en lijden de zwakken onder de sterkeren. Van de God van Israël wordt gezegd dat deze opkomt voor de zwakken. ‘Recht’ heeft hier een bredere betekenis dan de juridische: het gaat om recht om te beminnen en bemind te worden, het recht er te mogen zijn, gezien en gehoord te worden, te zien en te horen. Nog steeds kan iemand die het Oude Testament leest, onder de indruk komen van dit verlangen naar gerechtigheid.