
Mozes toont de tien geboden. Prent van Gustave Doré
De onderlinge relaties tussen mensen moeten ieder recht doen. Het denken daarover heet ‘ethiek’. Ieder mens weet dat hij of zij niet mag moorden, niet moet stelen, trouw moet zijn aan zijn of haar partner. Deze ‘regels’ hebben direct te maken met de rechte verhoudingen tussen mensen. Iedereen wil recht gedaan worden. De tekst van Matteüs 7:12 ‘Behandel de mensen in alles, zoals je wilt dat ze jullie behandelen’ is een algemeen menselijke waarheid.
Christenen laten zich daarbij inspireren door de liefde die Jezus heeft belichaamd. Dit kan hun een bijzondere gevoeligheid geven voor mensen die buiten de boot dreigen te vallen. Ze accepteren dat vreemden die niet tot hun familie, natie, ras of sekse behoren, mensen zijn zoals zijzelf. Deze gevoeligheid uit zich bij kwesties als conceptie, abortus, het geboren laten worden van een gehandicapt kind, euthanasie, hulp bij zelfmoord.
Of de grens hier of daar loopt, kunnen we echter nooit ten volle beargumenteren. In de tumultueuze zeventiende eeuw is het verlangen ontstaan om in alles, ook in ethische kwesties, volledige zekerheid te verwerven. In deze tijd kwamen de natuurwetenschappen op. Vóór deze tijd – bijvoorbeeld in de Middeleeuwen – was men veel beter in staat te verdragen dat verschillende tradities en meningen naast elkaar stonden. Dit verlangen naar absolute zekerheid is dodend. Als we ons naar best vermogen openstellen voor de liefde, is de kans gering dat we onrecht doen en grove fouten maken bij ethische beslissingen.
Sinds 1700 komt de centrale leiding van de katholieke kerk met regels inzake ethische problemen. Dit is het gevolg van hetzelfde verlangen naar zekerheid, maar het is geen goede ontwikkeling geweest. Volgens mij handelt de leiding van deze kerk in zaken van leven en dood nu veel te krampachtig. Argumenten over en weer zullen in de praktijk nooit volledige zekerheid bieden ten gunste van de ene of de andere beslissing.
Door met elkaar in gesprek te gaan kan zich echter wel een consensus uitkristalliseren. Voor dat gesprek is ruimte nodig. De huidige centrale leiding van de katholieke kerk werpt hindernissen op voor zo’n wereldwijd gesprek. Door te weigeren om bijvoorbeeld haar verbod op voorbehoedmiddelen in discussie te brengen, wordt de mogelijkheid ons inzicht inzake de grenzen van leven en dood te verdiepen beperkt.

We worden geboren en sterven niet meer zoals vroeger...
In 1968 heeft paus Paulus VI in de encycliek (rondzendbrief) ‘Humanae Vitae’ het gebruik van voorbehoedmiddelen verboden. Kort daarna sprak ik een Brits lid van de pauselijke commissie, die indertijd was ingesteld om deze rondzendbrief voor te bereiden. De meerderheid van de commissie was vóór het veroorloofd verklaren van de pil geweest, zo vertelde hij mij. Een kleine groep overtuigde paus Paulus VI er echter van dat hij tegen de traditie uit het verleden in zou gaan, als hij het meerderheidsadvies zou opvolgen.
Dit is waar. Maar een echte traditie is levend. We leven niet meer in een tijd van grote kindersterfte en een onderbevolkte wereld. Er vormt zich een nieuwe traditie. Vele katholieken menen, evenals de meeste andere christenen, voorbehoedmiddelen te kunnen gebruiken. Seksualiteit is het gebied van een ontmoeting van personen, niet van zaad en eicellen.
Net zo sterven we niet meer zoals eerder in de geschiedenis. De medische wetenschap kan mensen, die vroeger al lang zouden zijn overleden, nu zo lang in leven houden, dat de vraag opkomt naar euthanasie. Het kan een daad van naastenliefde zijn om iemands onafwendbare dood te bespoedigen, en hem of haar verder uitzichtloos lijden te besparen. Het oordeel daarover is niet aan de plaatselijke pastoor!
3 Responses to Ethiek en het verlangen naar zekerheid