
Beeld uit Taizé, een centrum in een Frans dorp in de Bourgogne waar al tientallen jaren Europese jongeren met heel diverse kerkelijke achtergronden samenkomen om te vieren.
De katholieke traditie is (naast de oosters-orthodoxe), de meest feestelijke van de christelijke tradities. In de loop van de geschiedenis hebben zich in de katholieke en oosters-orthodoxe kerken zeven vieringen uitgekristalliseerd die een bijzonder gewicht hebben gekregen. Dit zijn het delen van brood en wijn, de doop, het vormsel, vergeving, het huwelijk, de ziekenzalving en de aanstelling van voorgangers.
Het getal zeven is tamelijk willekeurig. Doop en vormsel kunnen we als één viering zien. In de middeleeuwen waren er veel meer rituelen als bijzondere vieringen. In onze tijd zien we mensen, vooral vrouwen, proberen hun eigen woorden en gebaren te vinden om te vieren. Vuur, licht, aarde en water zijn dikwijls belangrijke elementen daarin, en muziek en dans krijgen ruimte. Zelf ben ik een keer met bijna tweehonderd mensen dansend een kerk uitgegaan: een verstillende en samenbindende ervaring.
Ik ervaar het als positief dat de verscheidenheid in vieringen weer groeit. Traditionele vieringen maken we rijker met nieuwe elementen.
De zeven vieringen in de katholieke en oosters-orthodoxe tradities ‘ballen’ als het ware in één gebaar ‘samen’ waar het de leerlingen van Jezus om gaat. Ze zijn beelden en symbolen van het leven dat onder invloed staat van de Adem van God. Het vieren is niet het middelpunt van hun vertrouwen en geloof. Dat is het gewone leven van elke dag, wanneer mensen elkaar vergeven en accepteren, elkaar liefde geven. De vieringen halen echter het typisch christelijke van het leven naar voren. Ze geven inspiratie en kracht om telkens weer in het gewone leven als leerling van Jezus te leven.
Sacramenten
Deze vieringen worden vanaf de tweede eeuw ‘sacramenten’ genoemd. ‘Sacrament’ is een tamelijk ongelukkig woord. Het betekent oorspronkelijk zoiets als ‘het geven van een religieuze garantie’. In deze zin werd het gebruikt in het Romeinse leger voor het afleggen van de eed als soldaat. Oorspronkelijk namen christenen het woord over om hun kritiek hierop te geven: niet de militaire eed en de trouw aan het geweld van de keizer, maar de trouw aan de weerbare geweldloosheid van Jezus is het ware ‘sacrament’.
Zelf gebruik ik hier het woord ‘viering’, een woord waarvan iedereen de betekenis kent. Het woord heeft nog een voordeel. In de loop van de geschiedenis ging men zich vragen stellen als: wat maakt iets tot een sacrament? Wanneer ‘gebeurt’ het sacrament precies? Wanneer geldt het? En wanneer lijkt het alleen maar een sacrament?
Vroegere generaties zagen onze wereld als een afbeelding van iets hogers of als de uitdrukking van iets diepers. Het ‘sacrament’ of de viering was dan een soort vermomming van dit hogere of diepere. Bovendien dachten ze juridischer dan wij. Dat juridische heeft zijn belang: het moet de zwakkere beschermen tegen de sterkere. Maar een te sterke nadruk op het recht kan een doel op zich worden. Dan leidt het tot blikvernauwing en onderdrukking, in plaats van bevrijding en verwijzing naar het hogere of diepere.
Liturgie

'Geef ons heden ons dagelijks brood.' (Uit het gebed 'Onze Vader').
Het gevaar dreigt om magisch met sacramenten om te gaan. De mensen die vieren raken dan op de achtergrond, alle aandacht gaat uit naar de dingen en de handelingen waarmee gevierd wordt. Zo is het belangrijk geworden hoe en wanneer het sacrament werkt, en is de leider van de viering centraal komen te staan, als een speciale man met een bijzondere macht. Alles wordt geconcentreerd op dat ene gebaar of dit ene voorwerp, bijvoorbeeld dit beetje brood, dat het liefst zo weinig mogelijk op brood van alledag lijkt.
Door het woord ‘viering’ te gebruiken komen we weer in de ruimte van de kring van vierende mensen, die samen een bepaald ritueel volgen. Het geheel van het rituele gebeuren wordt ‘liturgie’ (‘dienst aan het volk’) genoemd.