Ik kan niet bewijzen dat God bestaat. Ik kom paranormaal begaafde mensen tegen; sommigen horen tot mijn vrienden en kennissen. Ze hebben doorgaans last van hun begaafdheid; hun kennis drukt op hen; ze kunnen aan nachtmerries lijden. Een enkele wil mij doen geloven dat paranormale verschijnselen een bewijs vormen dat er iets is aan de ‘andere kant’.
Dat denk ik niet. Ik vermoed dat normale mensen meer wegfilteren van de indrukken, die zij in hun lijf ontvangen, dan paranormaal begaafde mensen. Het is in mijn ogen onzin om te spreken over het kennen van een wereld buiten onze wereld. Voor zover die er buiten onze wereld is, kunnen we er niets over zeggen. Als er kanalen zouden zijn naar ‘buiten’, maken die altijd deel uit van onze eigen wereld. Wel geloof ik dat we maar een klein stukje van onze werkelijkheid waarnemen en dat we blind, doof en gevoelloos zijn voor hele gebieden, die misschien in een andere maatschappij wel naar boven kunnen komen.
Onze kijk op de werkelijkheid verandert. Daarom gebruiken we nu andere namen voor God. Bijvoorbeeld geen ‘zijn’ meer, maar ‘stem’ of ‘kracht’. De ontdekking dat massa en energie in zekere zin omkeerbaar zijn, heeft ons zicht op de werkelijkheid diepgaand veranderd.
We leven in een wereld waarin energie en dynamiek belangrijker zijn dan massa en stabiliteit. Maar we kennen nooit meer dan de werkelijkheid waarin we leven. God valt niet met die werkelijkheid samen en is daar geen onderdeel van. Het woord ‘bestaan’ is al een mensenwoord en kunnen we alleen ‘bij wijze van spreken’ van God gebruiken
Al schrijvende komt bij mij de herinnering op aan de tijd toen ik in Engeland woonde, eind jaren zestig. Ik werd gevraagd mee te doen met een wandeltocht van studenten in de Goede Week: Student Cross. Dat leek me wel wat. Een trektocht in de vroege lente, samen praten over de grote dingen die in de Goede Week gevierd worden, ’s avonds samen in een pub.
Toen we de tocht begonnen, bleek dat ze me welbewust iets niet verteld hadden. Ik kwam tenslotte uit die rumoerige katholieke kerk in Nederland. We bleken namelijk op die tocht een groot houten kruis mee te dragen. Twee droegen de dwarsbalk, een de lange balk en om de zoveel tijd wisselden we af. Ik vond het aanvankelijk maar niets. Maar op het eind van de tocht merkte ik dat ik gehecht geraakt was aan dat kruis. Ik had ermee gesjouwd, maar ik ontdekte dat het bovenal mij en heel de groep gedragen had. Viermaal ben ik met Student Cross mee geweest.
Het vertrouwen in God is iets waar je in leeft en van waaruit je handelt. Je bent er misschien per toeval in verzeild geraakt. Maar al levende kun je ontdekken dat het vertrouwen dat je met je meedraagt, jou draagt. Het vertrouwen op of geloof in God geeft je leven vorm. Het is een levensstijl, die je bij tijden vleugels geeft.
Op andere momenten helpt dat vertrouwen je door duistere ogenblikken heen. Je kunt de wereld en het leven aan. Je wordt er opener door voor je medemensen. Je hebt gevoel voor de pijn en de vreugde van de ander en je vermoedt dat dit iets te maken heeft met dit vertrouwen. Je kunt erover spreken met anderen en je voelt dat dit zinvol is. Soms blijkt dat vertrouwen aanstekelijk te zijn; anderen gaan erin delen. Vertrouwen is een soort beslissing. Je gaat open voor degene die je bij gebrek aan een beter woord ‘God’ noemt. Achteraf ervaar je het als een gave, een genade, te mogen vertrouwen.
2 Responses to Kunnen we het bestaan van God bewijzen?