Vorige keer vertelde ik over kerkelijke oorzaken van ontkerkelijking. Andere oorzaken zijn te vinden in onze maatschappij. De christelijke traditie heeft mensen bevrijd uit hun gebondenheid aan familie, aan de vorst, aan beelden van dreigende afgoden en demonen. Mensen zijn naar hun gevoel losse individuen geworden. Een kerk is in de ogen van velen zoiets als een familie of een andere institutie die claims op je legt.
De kerk wordt daarom verlaten. Voor West-Europese mensen vertegenwoordigt nu hun eigen persoon de hoogste waarde in het leven. Dit wil niet zeggen dat alle menselijke solidariteit onmiddellijk verdwijnt. Mensen blijven elkaar opzoeken, maar dit gebeurt vrijblijvend. Huwelijksrelaties worden maar met grote aarzeling aangegaan. Voor mensen die alleen wonen, is het psychologisch moeilijker om (alleen) naar de kerkdienst te gaan.
Deelbelangen
Mensen hebben het druk – de grootste schaarste in onze maatschappij is die aan tijd. Jonge mensen zijn bezig een gezin te vormen en een carrière op te bouwen. Er is betrekkelijk weinig belangstelling om zich voor de samenleving als geheel in te zetten. Het lidmaatschap van politieke partijen en vakbonden is niet groot. Mensen lopen warm voor een deelbelang; is dit belang er niet meer, dan houdt de inzet op.
In dit klimaat is weinig ruimte voor mensen die proberen te leven vanuit de onvoorwaardelijke acceptatie van elkaar en anderen. Zij vertegenwoordigen niet zomaar een deelbelang, maar zijn betrokken op alle terreinen en niveaus van het menselijke leven. Ze vormen een groep die het visioen van een andere manier van leven levend wil houden en zo kritisch kunnen staan tegenover de maatschappij. Ze behoren tot een kring die op eigen wijze viert en tot op zekere hoogte een eigen taal heeft. Een gemeenschap waartoe iedereen kan toetreden, maar die haar leden uitdaagt tot vieren, dienen, delen en leren. De kerk is echter in de ogen van velen op haar best hoogstens een van de vele mogelijkheden om andere mensen te ontmoeten.
Groeien moet!
Vergeleken met de maatschappij van vroeger is onze maatschappij uniek. Zij nodigt ons allen uit om steeds meer te willen hebben, te begeren, te consumeren. Andere mensen zijn daarbij óf middelen die tot het verkrijgen van dit ‘meer’ gebruikt worden, óf rivalen bij het bereiken ervan.
Groeien, economisch, maar ook spiritueel, moet daarbij te allen tijde doorgaan. De zwakkeren in onze wereld en ons milieu worden opgeofferd aan onze economische groei. Wie niet meer groeit, wordt doodverklaard.
Oefenen met eindigheid
Godsdiensten hebben altijd gepoogd mensen te leren hoe om te gaan met hun grenzen, hun eindigheid, hun beperkingen. Vaak hadden deze pogingen een onderdrukkend karakter. Terecht wordt dit laatste verworpen. Maar ik zie niet hoe een echt geloof en een waarachtig vertrouwen mensen kunnen steunen op de illusie dat de bomen tot in de hemel groeien. Om maar weer de economie als voorbeeld te gebruiken: pogingen een oneindige groei en onbeperkte welvaart te scheppen lopen uit op een tweedeling in de maatschappij en de vernietiging van het milieu.
Christen zijn is de eindigheid serieus nemen en leven vanuit het vertrouwen dat je in je eindigheid onvoorwaardelijk aanvaard bent door God. Alles wordt een mens uiteindelijk gegeven. We hoeven ons niet waar te maken, zijn niet verplicht altijd iets terug te doen, mogen met zwier leven, uit genade.
Hopeloos?
Wat we ook doen om de kerk bij de tijd te brengen, we kunnen niet meegaan met de roep om ‘meer’. In een wereld waarin de hoogste waarde de eigen persoon is en oneindige groei het doel van het leven, vindt het evangelie niet gemakkelijk gehoor. Sociologen wijzen erop dat mensen op jonge leeftijd ingevoerd worden in de samenleving; dit gebeurt wat de kerk betreft nu niet meer.
Dat betekent niet dat de toekomst van de kerk hopeloos is. De kerk is allereerst een uitnodiging aan volwassenen. De illusie dat alles mogelijk is en dat je eigen persoon het middelpunt is van al wat bestaat, zal eens vervliegen. Misschien komt er dan meer openheid voor de beelden en woorden van het evangelie.
2 Responses to Culturele oorzaken van onkerkelijkheid