De komende weken, de laatste van deze website, besteed ik aandacht aan de vieringen en sacramenten in de katholieke kerk.

Leden van de Conferentie voor Vrouwenwijding tijdens een viering in de Anglicaanse kerk in Rome. De Anglicaanse kerk kent vrouwelijke priesters, zoals veel protestantse kerken vrouwelijke dominees kent. In de katholieke kerk is dat niet mogelijk, maar er is ook verzet.
In elke liturgische viering wordt de aanwezigheid gevierd van God en van Jezus, de verrezene. Deze aanwezigheid is niet gebonden aan een juridisch juist gesteld gebaar. De Adem van Jezus, die de Adem is van God, waait door de kring heen, vervult ons, verbindt ons met Jezus, met God, met elkaar, met ons diepste innerlijk. De viering is één geheel. Daarin zijn onderdelen en afzonderlijke momenten te onderscheiden, maar samen vormen ze de viering.
Wij treden binnen in een feest dat wij niet zelf hebben georganiseerd. Er is onder christenen een besef en een vertrouwen dat uiteindelijk Jezus de viering ‘organiseert’. Dit betekent niet dat hij deze vieringen heeft ‘uitgevonden’. Ze zijn ontstaan in de schoot van de leerlingen van Jezus, maar ze staan in relatie met hem, ze zijn met hem verbonden. Hij is in elke viering aanwezig. Niet fysiek zoals hij rondliep in Galilea, maar ‘in de geest’, in de kracht van de Adem van God, van waaruit hij zelf leefde en die hij aan ons doorgeeft.
Op het ritme van deze Adem komen we bijeen.
Voorganger (m/v?)
Er is altijd een ‘voorganger’ bij een viering, iemand die de leiding heeft en moet zorgen dat er echt gevierd kan worden. In de oosters-orthodoxe en in de katholieke kerken is dat nu altijd een man. Weliswaar kent de katholieke kerk ‘pastorale werksters’, maar officieel mogen ze alleen voorgaan in vieringen die niet bij de zeven sacramenten behoren.
Ik vind dit een slechte zaak. De meeste kerken van de Hervorming zijn beter af. Daar kunnen zowel mannen als vrouwen voorgaan. Ik vertrouw erop dat in de toekomst bij alle vieringen ook vrouwen voorganger kunnen zijn.
Knielen?
In de liturgie werd oorspronkelijk alleen maar gestaan of gezeten, eventueel een enkele keer gebogen. Knielen is van latere datum. Het lijkt mij beter dit laatste alleen te doen als het functioneel is. (Het kan handig zijn wanneer een lange bruid en bruidegom knielen bij de huwelijkszegen als de voorganger klein van stuk is, weet ik uit ervaring…).

De 'orante' is de oudst bekende christelijke gebedshouding: rechtop, de armen geheven, de handen geopend, de ogen ten hemel geslagen.
Wij zijn opgestane en opgewekte mensen. Voor God hoeven we niet deemoedig te knielen, we mogen recht voor God staan. De deemoedige gebaren komen uit een tijd waarin de maatschappij verdeeld was in machtigen en afhankelijken. In de traditie van de religieuze orde waartoe ik behoor, de dominicanen, is het knielen in vieringen altijd beperkt gebleven. Laten we staan wanneer we gezamenlijk zingen en bidden, zitten wanneer we luisteren en stil mediteren.
Kleding en ‘concelebratie’
Bij feesten dragen mensen gewoonlijk iets bijzonders. De leider van de viering of ‘voorganger’ draagt vaak aparte kleding, ‘ambtskleding’. Zolang als dit functioneel is – ze verhoogt de feestelijkheid en heft de anonimiteit op – is daar niets op tegen. Maar zij mag niet suggereren dat de voorganger eigenlijk tot een andere wereld behoort. Zo vind ik de mijters waarmee bisschoppen hun hoofd sieren en zichzelf langer maken dan ze zijn, altijd wat koddig.
Het zogenaamde ‘concelebreren’, waarbij priesters samen voorgaan, is meestal niet functioneel en roept een afstand op tussen ‘zij’ en ‘wij’. Ik ben er evenmin erg voor dat een voorganger omgeven is door een stoet van assistenten, misdienaars en misdienettes. Ook dat schept afstand in plaats van nabijheid. Het is beter als de voorganger gewoon bij de medegelovigen zit, zoals ook de lezer en anderen die een functie te vervullen hebben. Wanneer zij iets moeten doen, komen ze naar voren.
De komende weken worden de vieringen van de sacramenten besproken.
One Response to Liturgie: het centrum en de vormen