Onrecht dat we een ander aandoen, raakt niet alleen hem of haar. Iedereen is door middel van onzichtbare maar o zo werkelijke draden verbonden met anderen, met heel de mensheid en de aarde.
Maar onze maatschappij is anoniem en vergeeft niet. De staat met zijn strafrecht houdt niet of nauwelijks rekening met berouw en vergeving. Des te belangrijker is het dat de kerk manieren kent om tot vergeving te komen, uit te spreken en te vieren.
Gemeenschappelijke viering
De laatste dertig jaar is er in de katholieke kerk binnen en buiten Nederland een nieuwe vorm van het vieren van de vergeving gegroeid. Na een korte woorddienst en een verkondiging waarin de vergeving centraal staat (niet het begane kwaad), volgt een gemeenschappelijke belijdenis, meestal verwoord door de voorganger. Deze belijdenis biedt de gemeenschap de kans zich van haar kwaad bewust te worden en dit uit te spreken. In een kleine groep kan dit in de vorm van een gesprek gebeuren. Ieder individu kan bij deze belijdenis aansluiten.
Vervolgens komt een ieder naar voren, de voorganger legt een hand op het hoofd of de schouder en bidt kort een gebed van vergeving. De voorganger is zelf de eerste, die zich de handen laat opleggen. In een kleine groep kunnen allen elkaar de hand opleggen. Vervolgens bidt de voorganger over geheel de verzamelde gemeenschap. Daarna geven de aanwezigen elkaar de vredeswens. Er wordt hun niet gevraagd eerst een of andere daad te stellen. Jezus is aanwezig als degene die onvoorwaardelijke vergeving aanbiedt.
Openlijk
Een nadeel van deze viering is dat ze voor het individu wat onpersoonlijk kan blijven. Men kan proberen dit te verhelpen. Degene die naar voren komt, kan, als hij of zij dit wil, aan de vierende gemeenschap of aan de voorganger in één zin iets over zijn persoonlijk falen zeggen. Of ieder schrijft van te voren iets op een briefje, dat in de viering wordt voorgelezen en daarna verscheurd of verbrand.
Een groot voordeel is het gemeenschappelijke en openbare karakter ervan. Als ik naar voren ga, zodat er over mij gebeden kan worden, kan iedereen zien dat ik besef niet te kunnen leven en ademen zonder dat God en mijn medemensen mijn eigenaardigheden verdragen en mij mijn missers vergeven.

De verloren zoon, Rembrandt
Bezinning
De vergeving van mensen onderling gebeurt in het volle leven, aan tafel, in bed, al doende. Dat gaat niet altijd met woorden. Soms kan het beter zijn niet aan een ander te laten weten dat je hem of haar in het geheim onrecht hebt gedaan, als dit voor de ander verborgen is gebleven. Het gedane onrecht uitspreken kan dan een diepe wonde veroorzaken. Je kunt echter al doende proberen een nieuw bevrijdend patroon van relaties te vormen.
Vergeving vragen is niet allereerst iets van woorden: ze is het veranderen van eigen levensgedrag. De ander vergeven is hem of haar een nieuw begin aanbieden en zo nieuwe verhoudingen mogelijk maken. Daardoor wordt de ander tegelijk geconfronteerd met de werkelijkheid onrecht bedreven te hebben. Wanneer mensen elkaar vergeven, is Jezus in hun midden als degene, die onvoorwaardelijk vanuit de liefde van God vergeeft.
Vergeving?
In beginsel kan alleen het slachtoffer van het onrecht de dader vergeven. In de praktijk doen zich hier nogal wat problemen voor.
– Als dader kun je vergeving vragen en proberen je wijze van leven te veranderen. Maar het slachtoffer kan zich onmachtig voelen vergeving te schenken, of wil zich uitdrukkelijk niet met de dader verzoenen.
– Het slachtoffer kan onbereikbaar zijn of dood.
– Het kan zijn dat er aan een groep, gemeenschap of samenleving onrecht gedaan is, en dat onduidelijk blijft wie de individuele slachtoffers zijn.
– Het kan zijn dat niet goed mogelijk is vast te stellen wie er lijden door mijn daden.
– Vaak hebben we geen helder zicht op wat we aan goed en kwaad doen, want het leven is ingewikkeld. We kunnen ons persoonlijk aandeel, onze individuele schuld, niet precies aanwijzen in het geheel van onrecht, dat mede door ons plaatsvindt. Vaak is het onmacht – en geen kwade wil – waardoor we elkaar verwonden.
Recht doen
In al deze gevallen – en er zijn meer te noemen – kunnen we toch ervaren dat we een nieuw begin mogen maken. We proberen dan recht te doen in al de ontmoetingen met mensen en situaties die ons nog wachten. Zo ken ik mensen die jarenlang geld zijn blijven overmaken voor kinderopvang in Indonesië, omdat ze beseffen dat ze in 1948, in de strijd tegen de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging, misdadige dingen deden. Er blijft een zekere gebrokenheid, maar toch is de weg naar een nieuw leven niet afgesloten.
Een viering van vergeving geeft ons de mogelijkheid om de belofte van het evangelie persoonlijk aangezegd te krijgen: dat God onvoorwaardelijk vergeeft en telkens weer een nieuw begin aanbiedt.