Waarom is een voorganger nodig?

De voorganger is niet de bron. De bron is er al.

(vervolg van vorige week)

Het voorgangerschap is er om verschillende redenen. Ik noem er drie. Ten eerste is een voorganger aanspreekbaar en ook de vierende gemeenschap is in hem of haar aanspreekbaar. Het voorgangerschap verschaft helderheid over wie verantwoordelijk is.
Ten tweede laat het voorgangerschap zien dat christenen niet zelf de baas zijn over hun vieringen. Ik heb eens aan enkele mensen die voorgingen in de Dominicuskerk te Amsterdam, maar niet officieel in een viering waren aangesteld als voorgangers, gevraagd hoe zij hun preken en voorgaan ervaren. Zij ontdekten, zo zeiden ze, vaak tot hun eigen verbazing, dat wat ze deden niet van hen was, maar hun als het ware kwam aangewaaid.

Te boven
Dat is ook mijn ervaring. De viering gaat mij als voorganger en alle aanwezigen uiteindelijk te boven. God is het beginpunt; God heeft ons het eerst liefgehad en wil zichzelf met ons delen. God aanvaardt ons zonder voorwaarden vooraf. In navolging van God willen we delen met elkaar. Dit is voorbeeldig gebeurd in het leven van Jezus van Nazareth die zijn leven uitdeelde tot in zijn kruisdood.
Bij elke viering vormt Jezus het midden en is hij de bron, niet de gemeenschap noch degene die voorgaat en leiding geeft. Als voorganger voel je je in dienst staan van de vierende gemeenschap en van haar bron.

De grotere kerk
De derde reden die ik noem is dat de voorganger in de vieringen de banden vertegenwoordigt met alle andere plaatselijke vierende gemeenschappen. De viering van de aanstelling van een voorganger drukt dit uit. De bisschop(pen) en priesters die de handen opleggen, vertegenwoordigen de wereldwijde kerk, die deze plaatselijke gemeente erkent als een christelijke en de door haar voorgedragen voorganger als een goede keuze.
Het voorgangerschap, vaak een beetje plechtig het ‘ambt’ genoemd, is een dienst. Deze dienst kan verschillende taken omvatten: leiding geven aan de gemeenschap, voorzitten bij de viering, preken, zorg voor de zwakkeren, gesprekken voeren, mensen in vrede bij elkaar houden, ervoor verantwoordelijk zijn dat mensen van de plaatselijke groep over de heg van hun eigen tuintje kijken en contact houden met andere gemeenschappen en groepen.

Niet erboven, maar eronder
Er is altijd een zekere spanning tussen de gemeenschap en haar voorganger. Deze spanning kan vruchtbaar zijn. De voorgangers zijn geen werknemer van de plaatselijke gemeenschap, al zijn zij dat volgens het burgerlijk recht misschien wel. Evenmin zijn ze afgevaardigden die naar believen teruggefloten kunnen worden of slechts mogen handelen na ruggespraak.
Een van hun taken is de groep gelovigen bij elkaar te roepen, samen te houden en te herinneren aan de opdracht het evangelie levend te houden. De voorganger kan zo soms tegenover de groep komen te staan. De voorgangers staan niet boven een gemeenschap, maar eronder. Zij dragen de groep zoals een vader of moeder een kind of een andere last, waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Vroeger en elders
In de oudste traditie is de voorganger de leider van de gemeenschap. Het was een functie naast andere, zoals die van leraar, evangelist, herder, apostel en profeet. Wij weten niet meer wat die functies precies inhielden. Er is oorspronkelijk geen verband tussen voorganger zijn en voorgaan in de eucharistie. Maar het was waarschijnlijk al snel vanzelfsprekend dat de leider van de gemeenschap voorzit bij vieringen.
Vanaf de zeventiende eeuw ziet men in de katholieke kerk de priester bijna uitsluitend als degene die eucharistie viert, en dit ook kan doen in zijn eentje, zonder dat de gemeenschap aanwezig is. Priester zijn ging betekenen: delen in de goddelijke macht van Jezus. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) heeft deze opvatting gecorrigeerd, maar velen zijn het ‘priesterschap’ blijven zien als vooral een individueel voorrecht en leven daarbij uit een eigen spiritualiteit.

Veranderen
Geen enkele christelijke traditie en kerk heeft op dezelfde wijze het voorgangerschap vormgegeven als de jonge kerk. Dat zou ook vreemd zijn, want behoeften veranderen en inzichten ook.

De tijd waarin er jaarlijks tientallen priesters werden gewijd ligt achter ons - en heeft historisch gesproken ook maar bestaan tussen pakweg 1870 en 1955.

In de katholieke kerk is het voorgangerschap nu uitgesplitst in drie zendingen. Deze indeling ontstond al in de tweede eeuw, maar is pas eind derde eeuw min of meer gemeengoed geworden. Iedere gemeente kreeg een bisschop (van ‘episkopos’, ‘opziener’). Hij was het hoofd van de plaatselijke gemeenschap en werd bijgestaan door een groep ‘priesters’. Deze konden de bisschop vervangen in buitenposten bij het vieren van de eucharistie. Tenslotte waren er diakens (van ‘diakonos’, ‘dienaar’) en ook diakonessen. De functie van de laatsten is niet duidelijk. De diakens waren in elk geval na de derde eeuw ook actief in wat we nu maatschappelijke zorg zouden noemen.

Priester en offer
In de loop van de geschiedenis veranderden niet de namen van deze functies, maar wel de invulling ervan. Van plaatselijke leiders werden de bisschoppen opzieners van grote landstreken. De priesters werden de plaatselijke leiders. Ze worden dan vaak ‘pastoor’ genoemd; hun priester-assistenten gaan op een gegeven moment ‘kapelaan’ heten. De diakonessen verdwenen en de diakens praktisch ook.
De priesters worden in de katholieke kerk nu benoemd door de bisschop. Sinds 1917 worden bijna alle bisschoppen benoemd door de bisschop van Rome. Voorheen werden bisschoppen werden vaak gekozen door een steeds kleine groep priesters of benoemd door een plaatselijke politieke machthebber.

De tamelijk nieuwe praktijk van benoemingen zet de plaatselijke gemeenschap buitenspel. Omwille van de inhoud van het voorgangerschap zou het beter zijn als op elk niveau de voorgangers gekozen zouden worden.

Delen:

3 Comments

Opgeslagen onder Kerk

3 Responses to Waarom is een voorganger nodig?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *