Wij kunnen niet denken zonder tijd en ruimte te gebruiken als modellen. Hoe zouden we anders onderscheid kunnen maken in de talloze verhoudingen waarin we staan met mensen en dingen? Tijd en ruimte zijn voor ons hulpmiddelen om onze wereld en geschiedenis in te delen. Daar is niets op tegen.
Wij denken niet meer zoals mensen vóór ons die in een stabiel maatschappelijk systeem leefden, dat de tijd iets onvolkomens en minderwaardigs is. Voor ons is integendeel groeien (en dus tijd) een goede zaak. We slaan wat dat betreft zelfs naar het tegendeel over en vinden vaak dat zonder verandering en groei er geen leven is. (Zo wordt er alom geroepen dat we niet kunnen overleven zonder economische groei, hoewel het tegelijk duidelijk is dat grote groepen mensen in onze wereld en het milieu juist gevaar lopen door die groei).
Eeuwigheid kan voor mensen in elk geval nooit de opheffing van tijd betekenen.
De hemel is geen plaats
Eeuwigheid is een kwaliteit van leven. Het is die van een vreugdevolle of fijne gebeurtenis, die ons tijd en ruimte doet vergeten. Eeuwigheid is een wijze van zijn waarin het bedreigende karakter van tijd, namelijk als uitmondend in de dood, verdwenen is. De dood zal niet meer zijn. Eeuwigheid is geen eindeloze verlenging van tijd, maar is volheid van leven.
Het woord ‘hemel’ dat in dit verband in het Nieuwe Testament wordt gebruikt, heeft minstens twee betekenissen. De hemel is de sterrenhemel, de koepel boven de aarde. De ‘hemel’ is ten tweede een ander woord voor God. ‘Hemel’ is in deze laatste betekenis dus niet een ruimte, maar een ander woord voor God. ‘Naar de hemel opstijgen’ geeft dus geen materiële verandering in ruimte weer, maar betekent dat iemand bij God is.
Vele voorstellingen
Het Nieuwe Testament kent verschillende manieren om zich de ontmoeting met God na de dood voor te stellen. Het heeft geen zin om te proberen al die voorstellingen met elkaar tot een geheel te verbinden. Juist die veelheid is spannend en daagt ons uit zelf een beeld te vormen van dood en verrijzenis.
Een van de daarvoor gebruikte beelden is het oordeel. Aanvankelijk overheerst in het Nieuwe Testament de gedachte dat Jezus terugkomt op deze aarde, maar nu niet als een lijdende, maar glorieus: bekleed met goddelijke ‘heerlijkheid’. Zij die leven, gaan met hem mee zijn heerlijkheid binnen. Het is daarbij voor ons niet meer te achterhalen hoe letterlijk een beeld, zoals ‘Jezus komende op een wolk’, genomen werd. In het algemeen is in het Tweede Testament de ‘wolk’ een beeld van God: Jezus komt dus tot ons gedragen door God. We moeten de mensen van de eerste eeuw ons niet te simpel voorstellen.

Het laatste oordeel van Michelangelo, Sixtijnse Kapel in Rome.
De doden gaan ons voor
Misschien verwachtte men in het begin dat in elk geval sommigen niet zouden sterven. Als dat zo was, is dat spoedig veranderd. De gedachte ontstond dat de doden de levenden voorgaan, Jezus tegemoet. Er is veel geschreven over de gevolgen van het feit dat deze tweede komst van Jezus uitbleef. Deze tweede komst of wederkomst wordt met een Grieks woord ook wel ‘parousie’ genoemd. De ‘parousie’ is oorspronkelijk het bezoek van de keizer of zijn plaatsbekleder aan een stad of gebied.
Wij hoeven ons daarmee hier niet bezig te houden. Het rijk Gods, nu met Jezus als de eerstgeborene daarvan, kwam niet de wereld binnen zoals velen toen toch verwachtten. De tekenen die we in de verrijzenisverhalen van Jezus vinden, suggereren dat opstanding het begin was van het rijk van God – de voltooiing bleef nog uit maar zou zeker komen.
Massale beelden
Een ander beeld in het Nieuwe Testament is dat de doden rusten in de aarde tot de laatste dag van de menselijke geschiedenis. Dan staan zij uit de doden op. Over het algemeen is de komst van het rijk van God en daarmee van het eeuwige leven in het Nieuwe Testament een nogal massaal gebeuren. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Een nieuwe stad, een nieuwe maatschappij, een nieuw Jeruzalem, een gouden stad daalt van de hemel naar de aarde af. Een nieuwe tuin wordt geplant met geboomte waarvan de vruchten ware kennis en genezing geven. Het zijn mooie, vaak ontroerende beelden.
Voor ons die veel individueler leven, is het moeilijk die beelden met ons leven te verbinden. Zij houden de belofte levend dat de gewelddadige en onrechtvaardige structuren van onze wereld, die zo taai en onveranderbaar lijken, vernietigd zullen worden. Onze verhoudingen onderling zullen vol liefde zijn in het eeuwige leven.
Straks is nu
Deze beelden kunnen ons stimuleren nieuwe wegen te vinden om nu al op een andere wijze met elkaar om te gaan. Ze helpen ons het uit te houden, wanneer we dreigen te verstikken in de stroperigheid van de huidige economische en politieke structuren. Ook herinneren ze ons eraan dat we niet alleen op de wereld zijn. We zijn via ontelbare draden verbonden met anderen. We maken deel uit van een netwerk van rechten en plichten, van loyaliteiten, haat en liefde. De toekomst na de dood is niet een louter individueel gebeuren. Integendeel, als ‘eeuwigheid’ de kwaliteit aangeeft van communicatie, is eeuwig leven bovenal een communicatief bestaan.