Over vrijheid, liefde en lichaam

Het christendom heeft geen vaste wetten, zoals het Jodendom of de islam. Veel moslims zeggen de islam voor elke situatie regels heeft. Christenen hebben de liefde als richtsnoer.

Wanneer zich een nieuwe situatie voordoet – en elk mens is al een nieuwe situatie – moet op dat moment een beslissing genomen worden. De wetten, regels en afspraken die nodig zijn voor het samenleven, zijn betrekkelijk en gelden nooit absoluut. Dit betekent leven met creativiteit en, als keerzijde, leven zonder absolute zekerheden.

Kerk en (westerse) cultuur

Moderne mensen willen vaak genieten van een oneindige vrijheid zonder wet. Maar ze willen niet gelijkelijk verantwoordelijkheid nemen voor anderen. Dat betekent immers de erkenning dat onze vrijheid toch eindig is, en dat de ander een grens aangeeft. De volwassen vorm van vrijheid is verantwoordelijkheid kunnen dragen.

Christenen zijn zelf echter vaak bandeloos geworden en hebben zich gewelddadig en onrechtvaardig gedragen. De structuren van de kerk zijn bedorven en verziekt geraakt, doordat de leiding uit angst voor het gevaar van bandeloosheid heeft geprobeerd haar wetten en opvattingen als absoluut geldend op te leggen. In de democratische samenleving is er nu dikwijls meer respect voor het individu dan in de organisaties van de kerken.

Dit neemt niet weg dat de onvoorwaardelijke vergeving en aanvaarding van elkaar nieuwe mogelijkheden blijft scheppen om te komen tot een wereld, waarin ieder mens recht wordt gedaan.

Respect voor het lichaam

Christenen hebben de naam negatief te staan tegenover seksualiteit en het lichaam. Dit verwijt is niet ten onrechte. De bron van deze negatieve houding ligt echter niet in de joodse en christelijke traditie. Het christendom heeft zich echter ontwikkeld in een Grieks-Romeinse wereld waarin het lichaam gezien werd als iets dat door de ‘ziel’ onder controle gehouden moest worden.

We kunnen de geschiedenis van het christendom lezen als een poging boven deze controlerende en negatieve houding uit te komen. Bij deze poging is het christendom daarbij zelf door het pek besmet geraakt.

Hoe voorzichtig we moeten zijn om christelijke teksten te lezen als negatief ten opzichte van seksualiteit en lichamelijkheid, blijkt uit het volgende. Toen Johannes Chrysostomos eind vierde eeuw als priester predikte in de grote stad Antiochië, protesteerde hij tegen feesten, waarop meisjes naakt optraden in waterballetten.

Dit had niets te maken met afkeer van seksualiteit. Naaktheid was toen een kwestie van sociale status. De rijken hoefden zich niet te schamen over hun naaktheid, want hun positie was onkwetsbaar. De armen werden geacht geen recht te hebben op schaamte, want ze telden niet mee.

Johannes pleit voor een stad, die allen omvat en waarin mensen gelijk zijn. Ook de armen waartoe deze balletmeisjes behoren, hebben een lichaam en hebben recht op respect. Dit pleidooi had tot gevolg dat er scheidingswanden kwamen in de badhuizen tussen mannen en vrouwen. Het lichaam dat eerder vooral dat van de strijder en held was en daarom naakt werd getoond, werd nu dat van een broos mens en daarom bedekt. Maar terwijl het stoere mannelijke torso bedekt werd en het vrouwenlichaam meer verborgen, mochten de arme mensen gezien worden en uit hun verborgenheid aan het daglicht komen.

Delen:

1 reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

One Response to Over vrijheid, liefde en lichaam

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *