Meer dan ooit zijn we sprakeloos

We leven in een platte wereld. De samenleving waarin allerlei opgaande en neergaande trappen zijn en iedereen op zijn plaats, op zijn traptrede, moest blijven, bestaat niet meer. Er zijn nog allerlei overblijfsels daarvan aanwezig, maar in beginsel is de oude piramide ineengestort.

MEER dan ooit zijn we sprakeloos over God.

Wij, althans de meeste moderne mensen, mogen nu alles begeren wat we willen, we kunnen in beginsel alles worden wat we willen. Onze voorbeelden en modellen zijn andere, meest nu levende mensen. We voelen ons authentiek en autonoom. We staan als individu tegenover een wereld buiten ons en denken dat we die voor een goed deel aan onze wensen kunnen aanpassen.

Geen trap voor God

Omdat God gezien werd als ‘hoogste trap’ , hebben we nu we geen traptrede meer voor God. Vele jonge mensen kunnen zich vaak helemaal niets voorstellen bij het woord ‘God’. Ze zien niets in een wezen buiten zichzelf. Evenmin zijn ze zich duidelijk bewust van hun sterfelijkheid. De wereld is plat, de tijd vliegt voorbij, en kent voor velen weinig of geen hoogte- en dieptepunten.

De platte wereld vormt een uitstekende gevechtsgrond. De onderlinge competitie is sterk. Iedereen probeert voor goud te gaan en op de hoogste trap van het ereschavot te staan, al is het maar voor een paar minuten.

De mensen zijn goden voor elkaar. Ze verleiden elkaar om het hoofd omhoog te steken en proberen tegelijk anderen een kopje kleiner te maken die dit ook doen en dus rivalen zijn, Je zorgt dat anderen jou gaan navolgen in plaats van dat jij anderen navolgt. In feite imiteer je anderen ook wanneer je denkt zelf de leiding te nemen; je volgt modellen na die voor anderen en vaak eveneens voor jezelf min of meer onzichtbaar zijn.

Almacht?

Oudere mensen komen in gesprek over God met jongeren bijvoorbeeld met de stelling ‘er moet toch een begin zijn’. Maar in de dertiende eeuw besefte Thomas van Aquino al dat de wereld op zich geen begin hoeft te hebben en eeuwig kan zijn. Of ze zeggen dat God hen hoogstpersoonlijk geschapen heeft met eigenschappen die je helemaal niet wilt en waaronder je lijdt, bijvoorbeeld je seksuele geaardheid.

Als God liefde is, dan is God niet almachtig. Ook mensen willen uiteindelijk geen macht hebben over wie ze beminnen. God respecteert onze vrijheid en laat ook de natuur de natuur zijn. Als een toren instort, of een lawine zich losmaakt van de bergen, of als er bij de conceptie van mens, dier of plant iets misgaat, gebeurt dit niet door een berekenende God. Het is toeval.

Betrokken, zonder plan

Ik denk dat God betrokken is op ieder mens, maar niet zo dat er een plan klaar ligt of een reeks eisen. God daagt uit, speelt op ons in, roept op tot liefhebben, vraagt ons ons gezicht te laten zien, vergeeft onvoorwaardelijk ons kwaad en is belofte zodat we de toekomst aan durven. God woont in Jezus die de voeten van zijn leerlingen waste, God verschijnt in knechtsgestalte.

De consequenties hiervan beseffen we nog maar nauwelijks. Ons ontbreken (nog) de goede woorden en vormen van denken om naar deze God te verwijzen. Meer dan ooit realiseren we ons dat God niet te vangen is in onze taal.

 

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder God

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *