Leven vanuit een paradox

De eucharistie (dankzegging) is een paradox van jewelste. In het zicht van marteling en dood dankte Jezus God en deelde hij brood en wijn met zijn vrienden.

Een paradox is een schijnbare tegenstelling, maar daarmee is de kous niet af. Een paradox kun je gebruiken tegen eventuele vijanden: je confronteert je tegenstander met zijn eigen geweld en meestal zal hij niet doorgaan tot het uiterste. Er is zelfs een goede kans dat hij zijn geweld niet meer inzet, niet tegen jou en niet tegen een ander. Hij wordt overrompeld en verrast zodat er een breuk ontstaat, en onverwacht een nieuw begin gemaakt kan worden. Jezus was goed in het vinden van paradoxen (zie mijn blog van vorige week).

Er zijn paradoxen, paradoxale woorden of daden die de agressor laat zien dat hij gevaar loopt door zijn eigen geweld ten onder te gaan. Er zijn paradoxen die genezend werken. Zo vertelt de joods psychiater Victor Frankl in zijn The Doctor and the Soul dat een student chirurgie telkens een bevende hand kreeg, wanneer tijdens de operatie zijn chef binnen kwam. De psychiater droeg hem op elke keer dat de chef ging komen zijn hand te laten beven. De student gehoorzaamde dat bevel, maar zijn hand bleef stabiel.

Beroemd is Gandhi met zijn hongerstaking. Hij vastte niet om zijn tegenstanders concessies af te dwingen, maar om zijn volgelingen te overtuigen dat zij de weg van de geweldloosheid moesten volgen. Een ander verhaal is dat iemand chocolade werd aangeboden, maar toen hij hongerig de chocolade in zijn mond stak bleek de chocolade zeep te zijn. In plaats van kwaad te worden of blijk te geven zich bedrogen te voelen, zei hij tegen de ‘gulle gever’: ‘het is inderdaad heerlijk.’ De gever was diep teleurgesteld en droop af. De ontvanger was en bleef vrij.

Gandhi kreeg het Engelse wereldrijk op de knieën door geweldloos verzet, zoals zelf kleding weven en zout winnen. Wat een paradox: een wereldleider aan een spinnewiel.

Paradoxen kunnen dus een grote hulp zijn, maar er is nog een dieper niveau waarop de paradox vruchtbaar is. Zo zegt de apostel Paulus: ‘ik ben sterk, wanneer ik zwak ben’, (2 Kor 2,10) Juist zijn zwakte – ziek zijn, arm, ontheemd, een zwervend bestaan – maakte het hem mogelijk krachtig te zijn, zijn werk als apostel te verrichten. Zijn uitspraak staat in een breder kader. De christelijke traditie zegt dat de dood leven brengt en dat het kruis een bron van leven is. ‘Wie zijn ziel wil redden, die zal haar verliezen, maar al wie zijn ziel zal verliezen om mij en het evangelie, die zal haar redden.’(Mk 8, 35) ‘Laat de grootste onder u als de jongste worden’, (Lk 22, 28) Voor wijzen en verstandigen blijft de betekenis van Jezus verborgen, terwijl het onthuld wordt aan onmondigen. (Lk10,21)

De religiewetenschap brengt naar voren dat er een grote verwevenheid is van religie met geweld. Religie probeert geweld te voorkomen en in te tomen. Dit doet zij door gebruik te maken van minder groot geweld. De dreiging van een moordpartij wordt tegengegaan door bijvoorbeeld het gezamenlijk brengen van een offer. Jezus echter ziet af van geweld. Hij is liever slachtoffer van geweld dan de oorzaak van geweld. Door te laten zien dat hij slachtoffer is van geweld, ontmaskert en ondermijnt hij het.

Leven vanuit deze paradoxen is leven in een wereld omgekeerd. De zwakke krachten overwinnen die van macht, geweld en onrecht. Macht staat in tegenstelling met zwakte en toch wint het zwakke. Paradoxaal!

Een mooi voorbeeld is het verhaal van Holkje van der Veer, dominicanes van Neerbosch. Zij heeft het Marfan-syndroom, een genetische afwijking van het bindweefsel. Zij heeft in haar ‘zwakke’ lichaam haar kracht en roeping gevonden, door levenscursussen te geven voor ‘mensen met een bijzonder lichaam’. 

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *