Sporen van Gods geinigheid

Het Sinterklaasfeest is waarschijnlijk oorspronkelijk, zoals de andere feesten in de laatste maand van het jaar, een overlevingsfeest. Het is vast ouder dan ‘Sinterklaas’. Het ging erom de winter te overleven. Dat overleven maakte meer kans als je samenwerkte en de onderlinge banden versterkte. Men probeerde de onderlinge banden te verstevigen door elkaar giften te geven. A gaf aan B en B aan A of aan C die weer aan A gaf. De communicatie werd zo bevorderd. In sommige culturen werd alles wat daarna overbodig leek verbrand en vernietigd.

Er zit hier een addertje in het gras. Niet voor niets heeft ‘gift’ een dubbele betekenis. De eerste betekenis is ‘geschenk’, maar ‘gift’ betekent ook: vergif. Wie een gift ontvangt, voelt het als noodzakelijk een gift terug te geven. Door giften uit te delen, verplicht je mensen ertoe jou te bedanken en een geschenk van min of meer dezelfde waarde terug te geven. Immers de relaties tussen mensen moeten in evenwicht zijn: gelijk oversteken. Anders krijg je te maken met haat en nijd.

De oorsprong van rijkdom lag in de voorindustriële tijd niet in het hebben, niet in het bezitten van veel dingen of slaven. Maar veeleer in de mogelijkheid veel te kunnen geven en zo anderen aan je te verplichten. De anderen stonden bij je in het krijt en op een belangrijk moment kon je al die ‘horigen’ oproepen jou te steunen. Door te geven vergiftigde je de samenleving.

Misschien is dit de reden waarom giften op Sinterklaas (en bij andere gelegenheden) geen afzender kennen. Ze zijn anoniem of er wordt gedaan alsof ze anoniem zijn. Op deze manier word je niet verplicht iets terug te geven, want je weet niet wie de gever is. Je krijgt een verrassing: je weet niet wat je krijgt en – althans dit is de mythe – van wie je het krijgt. Je wordt aangesproken doordat je zelf een gedicht moet voorlezen. En je moet accepteren dat je op de hak genomen wordt.

Sinterklaas is zo een feest van vrijgevigheid. Je geeft niet met als doel je netwerk uit te breiden of te versterken. Je wilt andere mensen niet aan je verplichten. Je geeft omdat je het leuk vindt iemand op een plezierige manier te verrassen. Het feest van Sinterklaas is ‘geinig’. Het woord ‘geinig’ komt uit het Hebreeuws waar het oorspronkelijk ‘genade’ en ‘genadig’ betekent.

Voor veel mensen heeft de bisschoppelijke kledij van Sinterklaas nauwelijks nog iets te maken met geloof en religie. Die kleding is alleen maar grappig en gek. Als in de kerk de bisschoppen geen mijter, staf en mantel meer zouden dragen, dan bleef Sinterklaas nog in het ‘oude’ tenue optreden. Maar in de vrijgevigheid is nog steeds een spoor te vinden van de geinigheid van een God die geeft om niet. Dat vieren we dan uitdrukkelijk met kerstmis – zonder geschenken – zodat we ons kunnen concentreren op het geschenk van de geboorte van de Messias.

Delen:

1 reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

One Response to Sporen van Gods geinigheid

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *