
Beeld uit de Gazastrook: een eindeloze keten van geweld.
Wordt onze wereld gewelddadiger of neemt het geweld langzaam af? Dit is moeilijk vast te stellen. Hoe meet je geweld? Hoe definieer je het? Welke waarde hecht je aan geweld tussen individuele personen of het geweld tussen groepen, naties, staten?
Volgens de literatuurwetenschapper René Girard heeft de christelijke traditie laten zien dat we overal geweld kunnen aantreffen. Het christendom heeft door Jezus ontdekt dat al onze instituties berusten op geweld. We vormen een groep, gemeenschap, gezin, natie en staat en worden een eenheid omdat wij iemand aanwijzen die schuldig zou zijn aan onze onzekerheid, chaos en geweld. We wijzen iemand aan als zondebok.
Een van de simpelste voorbeelden is roddelen. De spanningen die er onder ons zijn, smelten weg als sneeuw voor de zon, wanneer wij iemand of een groep in het vizier hebben en over hem of haar praten. Hoe verschrikkelijk de persoon in kwestie is, en hoe tegelijk, nu we over hem/haar praten, hij/ zij in ons praten ons bij elkaar brengt en ons een warme en veilige plek garandeert.
Maar roddelen mag niet volgens de christelijke traditie, laat staan lynchen. Doden mag niet, en evenmin oorlog voeren. Deze dingen gebeuren natuurlijk wel, maar zij worden gezien als een menselijk falen, een tekortschieten. Geweld moet vermeden worden.
In de loop van de laatste eeuwen is langzamerhand ontdekt dat het geweld overal te vinden is, maar ook dat je vaak kunt weigeren geweld te gebruiken, zoals je bij het roddelen kunt weigeren nog langer hieraan mee te doen. Hoewel we vaak moeten vaststellen dat, bijvoorbeeld, het verkopen van kleding niet los gezien kan worden van groepen Aziatische kledingmaaksters in bouwvallige gebouwen, mogen we ook vaststellen dat de doodstraf in de meeste westerse landen is afgeschaft, dat men probeert goede sociale voorzieningen te scheppen en soldaten in te zetten die geen wapens meebrengen.
Tegelijk ontstaat er zo een merkwaardige situatie. We hebben steeds geprobeerd het geweld te bedwingen met behulp van een veel kleiner geweld. Mensenoffers zijn vervangen door dierenoffers en deze weer door offers van voedsel. Lynchen is op de meeste plaatsen vervangen door de rechtbank. De christelijke traditie wijst geweld af.
Maar door dit te doen, verzwakt zij de staat, die immers als definitie heeft dat het een organisatie is die het monopolie heeft op het gebruik van geweld in haar territorium. Met de staat wordt ook bijvoorbeeld de rechtbank onder kritiek gesteld.
Het gevolg is dat op een gegeven moment de weegschaal kan omslaan. Er is veel geweld verzameld en aanwezig in groepen, gezinnen, kerkgemeenschappen. De middelen om het geweld in te tomen kunnen wel eens tekortschieten. Het is mogelijk dat er apocalyptische tijden aanbreken, waarin het geweld kan opsteken als een verzengende storm. En dat we terugvallen in een strijd van allen tegen allen. Het geweld in het Bijbelboek Apocalyps komt niet van God, maar van de mensen.
Het enige dat geweld doet verdwijnen is de kracht van vergeving. Vergeving is een nieuw begin. Ze schept een nieuwe wereld. Het oude is voorbij, het nieuwe is doorgebroken. Telkens wanneer een schuld – een materiële schuld of een communicatieve schuld – wordt kwijtgescholden, komt een geweldloze toekomst dichterbij. Vergeven is een kracht die ons te boven gaat. Je kunt hopen dat die kracht ons gegeven wordt.
Vergeving is niet iets vrooms, zij kan de wereld omkeren.