Eén aarde, verschillende werelden

Al een half jaar geleden werd het aangekondigd. Mijn oudste broer zou met zijn Australische vrouw naar Nederland komen. Hij woont al tientallen jaren in Adelaide, Zuid-Australië, in een bungalow-achtig huis dat hij zelf ontworpen heeft. Het huis heeft ruimere kamers dan de door Australiërs gebouwde bungalows, die vaak erg hokkerig zijn, alsof de kamers nog door een open haardvuur verwarmd moeten worden, zoals vroeger in Engeland gewoon was.

brug-bouwen

Het zal wel een tiental jaar geleden zijn dat hij over is gekomen. En mijn twee bezoeken aan hem liggen ook al in een ver verleden. Het is vierentwintig uur vliegen, en dat betekent onder meer vierentwintig uur verkrampt in een stoel zitten, waarin zelfs mensen met korte benen zich opgevouwen voelen. Als het aan de luchtvaartmaatschappijen lag, zouden ze het liefst al de passagiers een slaappil willen geven om vervolgens hen als sardines in een blik op te stapelen. Als je een slechte rug hebt zoals mijn broer moet je wel met de peperdure busssiness class reizen.

Ze verblijven maar tien dagen in Nederland. Daaraan voorafgaand zijn ze naar Praag gevlogen en vandaar met een bus naar Boedapest, waar ze een boot konden nemen met nog 140 andere passagiers die hen over de Donau en de Rijn naar Amsterdam bracht. Tien dagen is maar kort om behalve familie te zien ook het Rijksmuseum te bezoeken en het Stedelijk museum, en wat rond te lopen in de straten waar je als kind je jeugd hebt doorgebracht.

Tweemaal krijg ik de gelegenheid met mijn broer en zijn vrouw uitvoerig te spreken. Maar erg uitvoerig wordt het niet. Wat ik al aan zag komen, wordt werkelijkheid. Je raakt niet gemakkelijk met elkaar in gesprek. Ieder heeft zijn of haar eigen leven. Ieder leeft in zijn of haar eigen wereld.

Ik ben blij dat ik tweemaal bij mijn broer en schoonzus ben geweest. Ik heb zijn huis gezien en daar gelogeerd. Iets van de omgeving, van de context waarin zij leven heb ik meegekregen. Maar heel veel weet ik niet.

Ik ‘gebruikte’ mijn oudste broer nog wel eens als voorbeeld van iemand met wie ik nooit ruzie heb. We zijn te verschillend, hebben weinig gemeen, participeren niet in dezelfde ondernemingen. Conflicten zijn alleen mogelijk tussen mensen die iets gemeen hebben, iets delen, dezelfde belangen hebben. Maar ik heb niets met Australië en mijn oudste broer en ik hebben geen gemeenschappelijk belang. Mijn theologische wereld, mijn religieuze en kerkelijk leven heeft weinig raakpunten met hun seculiere levensstijl. We leven op twee verschillende planeten. We kunnen ons weinig of niets voorstellen wat leven is op die andere planeet.

Voor zulke ervaringen hoeven we geen broer en schoonzus uit Australië te hebben. Dat mensen leven in verschillende werelden is ons wel bekend. Vandaag nog vestigde een bezoeker van mij er de aandacht op hoe de ‘alphawereld’ met zijn interesse in literatuur, geschiedenis, dichtkunst en religie verschilt van de ‘betawereld’ van wiskunde, natuurkunde biologie en scheikunde. Het leven in de ene wereld loopt gevaar de kracht van de dagelijkse werkelijkheid te vergeten, in de andere wereld heerst het gevoel van zeker weten hoe dingen en mensen in elkaar steken.

Hoe in gesprek te komen? Uitstapjes naar de andere wereld maken, helpen enigermate. Maar we moeten een bemiddelende taal vinden, een interface, waar de verschillende werelden in vertaald en hertaald kunnen worden, een nieuwe woordenschat en grammatica.

Een nieuwe wereld ligt voor ons.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *