Elk gebruik van geweld een nederlaag

Het optreden van de beweging ‘islamitisch Staat’ dwingt ons de vraag te stellen naar de reactie van de kerken. We zijn eraan gewend dat de leiding van de kerken tegen geweld en tegen de oorlog is. ‘Het gaat tegen het gezonde verstand in dat oorlog nog geschikt zou zijn om geschonden rechten te herstellen’, schreef paus Johannes XXIII in 1963 met het oog op de atoomwapens, in zijn encycliek Pacem in terris.

Treurkaartje voor een in de Eerste Wereldoorlog omgekomen Duitse soldaat.

Treurkaartje voor een in de Eerste Wereldoorlog omgekomen Duitse soldaat.

De houding van de kerken ten opzichte van concrete oorlogen is in het verleden nogal eens veranderd. Neem kardinaal Michael von Faulhaber, bisschop eerst van Speyer, vervolgens van München. In de Eerste Wereldoorlog steunde hij zonder problemen zijn land. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog accepteerde hij de Anschluss en de verovering van Tsjecho-Slowakije en na een moordaanslag op Hitler in 1939 verklaarde hij hem te steunen.

Oorlog werd eind negentiende, begin twintigste eeuw in Duitsland positief gewaardeerd. Theologen en kerkelijke leiders zagen de momenten van oorlog en geweld als een van de bronnen van de openbaring van het handelen van God met zijn uitverkoren Duitse volk.

De grote oorlogen tegen vooral Frankrijk in 1813-1815, 1864, 1866 en 1870 gingen gepaard met religieuze begeestering en vaderlandsliefde. De Eerste Wereldoorlog overtrof dat alles. ‘God zelf drukt zijn volk het zwaard in de hand… God leert ons dat de dood het werk van God is zoals het leven… De oorlog is naar Gods wil een oordeel van verwoesting over alles wat niet tot leven in staat is’. Aldus theoloog Fr. Koehler.

erster_weltkrieg2

In preken werd de mobilisatie gezien als een nieuw Pinksteren dat de kleine en grotere vorstendommen van de Duitse staatkundige lappendeken kon samenbrengen en protestanten en katholieken met elkaar kon verzoenen. De katholieken probeerden de protestanten in nationalisme te overtreffen om zo meer invloed te krijgen in het door de Pruisen overheerste rijk.

Frankrijk was een meer seculiere staat met scheiding van kerk en staat, maar de katholieken lieten zich niet onbetuigd en organiseerden processies waarin onder anderen een beeltenis van Jeanne d’Arc werd rondgedragen en op haar voorspraak de overwinning werd afgesmeekt.

In Engeland waren niet de christenen, maar de liberalen degenen die het religieuze erfgoed misbruikten en het hadden over een heilige oorlog. Hun propaganda had succes en maakte de grond rijp voor deelname van de Verenigde Staten. Daar werd gepreekt dat deelname aan de oorlog een vorm van navolging van Christus was.

Deze kerkelijke steun voor het oorlogsgebeuren is wel erg afgedwaald van het standpunt van het jonge christendom. In de eerste eeuw hielden christenen staande dat het verboden was een medemens te doden. Er waren wel christenen die in het leger dienden, maar ze vervulden overwegend taken zoals grensbewaking. Voormalige soldaten hadden grote moeite tot de doop toegelaten te worden.

In de vierde eeuw werden christenen min of meer gedwongen verantwoordelijkheid te nemen voor de Romeinse staat. Het verbod te doden bleef tot in de Middeleeuwen invloed uitoefenen. Als je iemand had gedood in een oorlog moest je boete doen, doorgaans veertig dagen vasten. Pas bij de kruistochten werd sterven op het slagveld een verdienstelijke daad, niet het doden. Mogelijk is dit mede onder de invloed gebeurd van de pas bekeerde Noormannen.

Ik zou terug willen vallen op het verbod om te doden. Christenen zijn niet meer verantwoordelijk voor het voortbestaan van de staat die zelf wordt gekarakterteriseerd als de monopoliehouder van het geweld. Het lijkt onwaarschijnlijk dat we erin zullen slagen de IS onschadelijk te maken zonder geweld. Maar we moeten blijven beseffen dat elk gebruik van geweld een nederlaag is.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *