Empathie is geen naastenliefde

'Als ik beroofd en verwond langs de weg zou liggen, zou de sympathie van de voorbijgangers me worst wezen.' Afbeelding: De barmhartige Samaritaan van Van Gogh.

‘Als ik beroofd en verwond langs de weg zou liggen, zou de sympathie van de voorbijgangers me worst wezen.’ Afbeelding: De barmhartige Samaritaan van Van Gogh.

In de bijlage van het dagblad Trouw van 23 februari staat een wat warrige discussie rond de stelling: naastenliefde is te hoog gegrepen voor de mens. Is het niet beter, zoals de filosoof Joep Dohmen zegt, bescheiden te zijn en in plaats van naastenliefde in te zetten op sympathie? ‘Mensen zijn empathische wezens, die volgens bioloog Frans de Waal van nature in staat zijn om zich te verplaatsen in een ander.’

Mij wordt niet duidelijk wat hier onder naastenliefde verstaan wordt. Wel weet ik dat als ik beroofd en verwond langs de weg zou liggen, de sympathie van de voorbijgangers me worst zou wezen, maar dat ik snakken zou naar concrete hulp.

Je hoeft geen sympathie voor iemand te hebben om zijn naaste te worden. Ik kan een hekel hebben aan mijn lawaai makende buurvrouw en toch haar mijn hulp aanbieden, wanneer zij haar bejaarde moeder haar huis in moet loodsen. Het is mogelijk een terrorist een beker water te geven na zijn arrestatie. Empathie kan dan helpen. Je inleven je in de gedachte- en gevoelswereld van de terrorist, maakt het gemakkelijker om die beker aan de dorstige jongeman of jonge vrouw te geven, maar de empathie alleen is niet genoeg voor de naastenliefde.

De naastenliefde is niet iets verhevens, laat staan dat het iets met zwijmelen zou hebben. Het is iets praktisch. Zij gaat terug op het gegeven dat wij mens worden in een proces van navolging, nadoen van anderen. Het goede dat we ontvangen willen we nadoen. De zorg van onze ouders voor ons doen we na in de zorg voor onze kinderen en in die voor onze bejaarde ouders. De naastenliefde is ons op het lijf geschreven. Het gebrek aan naastenliefde wordt eveneens doorgegeven, nagedaan, met soms rampzalige gevolgen.

De schrijvers van het boek Deuteronomium laten God zeggen: ‘Het gebod dat ik je heden geef, is niet te wonderlijk voor je en niet te ver weg, niet in de hemelen is het, om te zeggen: wie zal voor ons opklimmen ten hemel, het voor ons halen en het ons doen horen zodat wij het kunnen doen? Niet aan de overzijde van de zee is het, om te zeggen: wie zal voor ons oversteken naar de overzij van de zee, het voor ons halen en het ons doen horen, zodat wij het kunnen doen? Nee, zeer dichtbij je is het woord, in je mond en in je hart, zodat je het kunt doen!’ [Deut 30,11-14]

Ze is een vaardigheid die je kunt aanleren en ontwikkelen. Ze bindt ons aan elkaar en behoedt ieders eigenheid. Klassiek noemen we haar een ‘deugd’, maar dit is een versleten woord geworden. Ik noem haar een vaardigheid. Die vaardigheid wordt niet gestuurd door ons te richten op bepaalde waarden, maar door in te gaan op het roepen van medemensen om ons heen om recht gedaan te worden, om voedsel, onderdak, veiligheid.

Er komt kort nog een andere deugd of vaardigheid, ter sprake: bezonnenheid. Deze heeft ook andere namen, zoals verstandigheid, voorzichtigheid, prudentie. Volgens mij doen al deze namen deze vaardigheid tekort.

Bezonnenheid is de vaardigheid om een beslissing te nemen, ook in situaties die we maar ten dele kunnen doorgronden. Meestal ligt er niet een, maar liggen er meerdere paden voor ons. Welk pad in te slaan? Deze vaardigheid helpt ons om in deze of die ondoorzichtige situatie toch een beslissing te nemen. Achteraf kan blijken dat het de verkeerde beslissing was, maar in elk geval is er een beslissing gevallen, die aanzet kan zijn voor een andere, betere beslissing.

Mij lijkt het een goede beslissing deze blog af te sluiten. Volgende week een ander blog. Waarover die moet gaan, weet ik nog niet.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Bijbel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *