Ons fundament is een ijsvloer

Dat beeld zal ik niet gauw vergeten. Een jongen van een jaar of twaalf met een fel rood shirt achter het raam van een overvolle personentrein. Hij staat of knielt op de zitting van de bank. Hij wordt vastgehouden door een paar mannen zodat hij nog enigermate in bedwang te houden is.

De jongen gilt en schreeuwt: hij is zijn moeder kwijt. Elk moment kan de trein vol vluchtelingen vertrekken. Dan ziet hij zijn moeder. Ze is er kennelijk niet in geslaagd de overvolle trein binnen te komen. Haar zoon heeft ze waarschijnlijk de trein in kunnen duwen, maar zocht toen tevergeefs elders naar een open deur of venster om in de trein te komen. De jongen ziet haar verderop op het perron staan en schreeuwt nog harder De taalverschillen binnen de coupé maken het er niet gemakkelijker op. Uiteindelijke besluiten de mannen in de coupé hem door het raam te frunniken en op het perron te zetten.

Even later staat hij met zijn moeder op het perron. De trein vertrekt zonder hen. Ze moeten wachten op de volgende overvolle trein die een dag later gaat. Maar de grote angst van de jongen en waarschijnlijk ook die van zijn moeder zijn voorbij. Wat is er erger dan je belangrijkste bron van veiligheid te verliezen of degene kwijt te raken die helemaal van jou afhankelijk is?

Campagnevideo van Save the Children die het westerse perspectief omdraait.

Misschien heeft me dit beeld op de TV daarom zo getroffen omdat een vrouw vele jaren geleden mij iets dergelijks vertelde. Ze stond als een klein meisje op een Pools station in de chaotische tijd na de capitulatie van Duitsland. Haar moeder hield een nog jonger zusje in de armen. Zij was aan haar tante toevertrouwd. De afspraak was dat zij en haar tante de moeder zouden volgen. Maar dit gebeurde niet. Of het nu door de drukte kwam of door iets anders, tante en kind bleven achter op het station. Moeder en zusje reden richting Estland, De tante en naar nichtje namen later een trein naar België. Daar liet de tante het nichtje achter in een kindertehuis en verdween.

Het kind groeide op, verhuisde naar Nederland, trouwde, kreeg kinderen. Alle contacten met Estland waren verbroken. Pas na de ineenstorting van de Sovjet Unie kwamen er nieuwe mogelijkheden. Via de pastoor van de parochie in Estland lukte het contact te leggen met de moeder. Zij vertrok naar Estland. Sindsdien heb ik niet meer van haar gehoord.

Zulke verhalen zijn talrijk. Helaas. Zij roepen bij ons gevoelens op die sluimeren in onze diepere lagen. De behoefte aan veiligheid, de trouw en afhankelijkheid van een kind. De veiligheid van een huis, werk, voedsel. Alle zekerheden verliezen.

De vluchtelingen die nu op ons af komen, horen meestal bij de betere stand. Ze zijn rijk en de meesten van hen zijn goed opgeleide en bekwame mensen. Maar ondanks hun geld en bekwaamheid zijn ze op de vlucht. Ze worden geconfronteerd met situaties, gevaren en angsten waaraan ze nooit gedacht hebben, ware nachtmerries. Hun toekomst is onzeker.

Wij, West-Europeanen, kunnen ons niet indenken dat ons zoiets zou overkomen. Wij leven immers in stabiele democratieën. Dit maakt zeker een verschil. De economie is echter verre van stabiel, we ontkomen niet aan de klimatologische veranderingen. Als puntje bij paaltje komt, blijken we ons te bewegen op een ijsvloer die plotseling wakken vertoont. Als we niet uit menselijke solidariteit de huidige vluchtelingen te hulp willen komen, zou het wel eens een welbegrepen eigenbelang kunnen zijn dit te doen.

Vandaag ik, morgen gij.

Delen:

Schrijf een reactie

Opgeslagen onder Geloven vandaag

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *