Offeren? Dat is sport, geen geloof

Het offeren van dieren, zoals hier in Nepal, is vaak een manier om Gods toorn af te wenden.

Het offeren van dieren, zoals hier in Nepal, is vaak een manier om Gods toorn af te wenden.

Sinds vele jaren kom ik regelmatig voor een studiebijeenkomst in de Vrije Universiteit in Amsterdam Daar heb ik talrijke veranderingen meegemaakt. Onlangs heeft de universiteit het restaurant grondig opgeknapt. Het ziet er allemaal mooier en moderner uit.

Belangrijker is dat je geen protestant meer hoeft te zijn om aan deze universiteit te studeren of te doceren. Toch heb ik de indruk dat de Vrije Universiteit met groter gemak dan de (katholieke) Radbouduniversiteit haar identiteit weet te bewaren.

Het treft mij wel dat bij vele protestante medewerkers één ding niet veranderd schijnt te zijn: het beeld van God is een beeld van een woedend, goddelijk gebeuren. Bij ontmoetingen met theologen en niet-theologen kom ik steeds weer het idee tegen dat God eist dat het kwaad wordt weggenomen en dat God zelf degene is die het wegneemt.

De woede van God staat voorop. Door de woede van God wordt zijn liefde zichtbaar. God is een soort herenboer, een patriarch die met ijzeren vuist regeert en van wie gezegd wordt dat die ijzeren vuist tegelijk Gods liefde laat zien.

Ik heb dat ook in sommige films gezien: de vader die zijn kinderen een pak slaag geeft en daarbij zegt dat het slaan ter wille van de ‘zondaar’ gebeurt en dat hij er minstens evenveel onder lijdt.

God veroordeelt de zonde van de mens en moet de mensheid straffen, maar komt vervolgens tot een liefdevolle daad: de kruisdood van Jezus is de plaats waar de woede van God en zijn opofferende liefde bij elkaar komen en worden geopenbaard.

De dood van Jezus heeft allereerst het heil van mensen als doel. God laat zich verzoenen door het offer van het leven van de zoon van God. Jezus neemt de plaats in van de mensen en ondergaat de straf in plaats van de mensen.

Verslagen van wielerwedstrijden wemelen van offerende termen.

Verslagen van wielerwedstrijden wemelen van offerende termen.

Ik kan hier geen kaas van maken. Offeren en zich opofferen zijn woorden die alleen in bijvoorbeeld de sport voorkomen. De verslagen van het wereldkampioenschap fietsen op 26 en 27 september 2015 wemelden van opofferende termen. Knechten offerden zich op voor de grote kampioenen en die op hun beurt offeren zich op voor het team.

Over het algemeen worden offerwoorden niet in onze samenleving gebruikt. De moderne reclame suggereert dat je alles kunt krijgen zonder daarvoor offers te brengen. In de wereld van de sport schijnen begrippen als ‘offer’ nog vanzelfsprekend te zijn.

Voor velen is de offertaal zo abstract dat ze die gebruiken zonder er aan te denken dat het oorspronkelijk om echte moorden en uitdrijvingen ging. Het lynchen, waarbij een massa mensen zich stort op de ene mens of dat ene groepje, schept een geweldig gevoel van saamhorigheid en doet allerlei spanningen verdwijnen, minstens voor enige tijd.

Het spontane lynchen veranderde in een meer veilig ritueel. Dat voorkomt dat het lynchen uit de hand loopt, zodat de gehele gemeenschap vernietigd wordt.

Ik zie die boze vader-God die de roede niet spaart niet terug in het Nieuwe Testament. Daarom houden protestante predikanten meer van het preken vanuit het Oude Testament, terwijl hun katholieke collegae liever putten uit het Nieuwe Testament.

In het Nieuwe Testament verschijnt Jezus als degene die oproept schulden, welke die ook zijn, te vergeven. Hij verkondigt een God die vergeeft, zonder voorwaarden vooraf.

Er viel mij op de VU ook iets anders op: de grote bereidheid van studenten om voor mij alles te doen om de ruimte voor de studiebijeenkomst te vinden. Is dat geen goede basis voor het ontwikkelen van de identiteit van een universiteit?

 

Delen:

1 reactie

Opgeslagen onder God

One Response to Offeren? Dat is sport, geen geloof

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *