
‘Zeggen het meeste niet te weten, kan ons helpen de feiten onder ogen te zien. Dat kan verlossend en bevrijdend zijn.’
Wanneer je in een nieuw theologisch naslagwerk naar het lemma ‘erfzonde’ zoekt, moet je niet verbaasd zijn als je het daar niet in terugvindt.
De geschiedenis van dit begrip is zeer complex. Augustinus (354-430), bisschop van Hippo in Noord Afrika en bovenal theoloog en schrijver heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Hij was ooit, voordat hij christen werd, een manicheeër. De manicheeërs hadden een negatieve kijk op het lichaam.
Augustinus was ervan overtuigd dat alle mensen Gods welwillendheid nodig hadden. Dat vooronderstelde volgens hem dat alle mensen op een of andere manier bij God in de schuld stonden. Alle mensen waren betrokken bij de gemeenschappelijke bestemming van de mensheid, onafhankelijk van hun eigen beslissingen betreffende goed en kwaad.
Mensen geven zonde en dood door aan de volgende generatie. De zonde was bovenal een schending van de verticale relatie met God. De horizontale relatie van mensen onder elkaar kreeg minder aandacht.
Predikers en theologen hebben geworsteld met de erfenis van Augustinus. Zijn gedachtegoed had een geweldige invloed op de volgende generaties van theologen en pastores.